Auteur(s): P. Smits, A. Visser

De introductie van orale contraceptiva in de zeventiger jaren opende in België de poort waarlangs seksualiteit bespreekbaar werd op het spreekuur van de huisarts. De aanvaarding van de eigen seksualiteit was immers een belangrijke voorwaarde voor een probleemloos gebruik van de pit. Klachten over nevenwerkingen bleken niet zozeer te berusten op de hormonale componenten van de pil maar op de betekenis die deze methode voor de betrokkene had. Recent onderzoek wijst uit dat tweederde van de Vlaamse huisartsen zegt bij een consult over anticonceptie meestal informatie te geven over de invloed ervan op het seksuele leven. Veel huisartsen ervaren echter belemmering bij het bespreken van seksuele problemen naar aanleiding van anticonceptie. De geneeskunde heeft jarenlang het seksuele leven van de patiënt miskend. Gevoelig zijn voor vragen rondom seksualiteit vergt van de arts vaak een attitudeverandering. Een derde van de praktiserende artsen ervaart dan ook een behoefte aan bijscholing op dit terrein.