Auteur(s): D. Hutsebaut, P. Stappaerts
Als basis voor een doctoraatstudie hebben de auteurs, na een uitgebreid vooronderzoek, aan 1088 HOBU-studenten (Hoger Onderwijs Buiten de Universiteit) tussen 18 en 21 jaar, 600 vragen aangeboden over kerk, geloof en zingeving. In dit artikel bespreken zij houding en gedrag van deze jongeren ten aanzien van premaritale coïtus. Bij vergelijking met een onderzoek van Schoovaerts in 1980 stellen de auteurs vast dat de attitude zowel in 1980 als in 1990 veel permissiever is dan het gedrag van de studenten. Wel is het aantal studenten met coïtuservaring in een vaste relatie relatief groter in 1990 dan in 1980 en aanzienlijk groter waar het gaat om coïtuservaring met een kennis en met een toevallige partner. Er bestaan zeker nog significante verschillen qua seksueel gedrag tussen praktizerende en niet-kerkelijke jongeren, tussen gelovige en niet-gelovige HOBU-studenten.