Auteur(s): J. van Hooff

Bij vrouwen van een aantal diersoorten is het seksueel gedrag geemancipeerd tot een sociaal instrument voor de manipulatie van betrekkingen in de vorm van een dienstengunst en uitwisselingssysteem. In deze gevallen is het te begrijpen dat de copulatie is losgekoppeld van een excusieve hormonale controle en afhankelijk is geworden van sociale variabelen. In dergelijke soorten is het vrouwelijk seksueel gedrag niet in eerste instantie gericht op de paring, maar op het vestigen en in standhouden van relaties. Ook de mens is hier een onmiskenbaar voorbeeld van. Het verschillend accent dat er is in de seksuele strategieen van mannen en vrouwen wordt ook weerspiegeld in onze psychologie. Experimenten van Symons & Ellis (1989) laten bijvoorbeeld zien dat onder jong-volwassenen (een geemancipeerde studentenpopulatie) promiscuiteitsfantasieen bij mannen vooral erotisch van aard zijn, terwijl ze bij vrouwen meer romantisch zijn.