Auteur(s): Paul Vennix

In een NISSO-onderzoek naar travestie werden 479 travestieten (inclusief transseksuelen die geen geslachtsaanpassing hebben ondergaan) geënquêteerd. In het artikel wordt ingegaan op de lichaamsbeleving van travestieten. Hoe vaak komt onvrede over te mannelijke geslachtskenmerken voor? Waar is men dan vooral ontevreden over en wat is de achtergrond van deze onvrede? Duiden bepaalde veranderingswensen erop dat er sprake is van genderdysforie, op het gevoel in wezen (ook) vrouw te zijn? Of gaat het er op de eerste plaats om de gendertranspositie, de omschakeling naar de vrouwenrol overtuigender te laten verlopen? Wil men alleen lichamelijke aanpassingen om dan niet als man door de mand te vallen of zijn deze wensen vergelijkbaar met transseksuele gevoelens?