Auteur(s): Fran Van hunsel & Paul Cosyns
De nog beperkte mogelijkheden van biomedische diagnostiek op het vlak van psychopathofysiologische en biopathofysiologische aspecten van belang bij plegers van seksueel geweld worden toegelicht. De evaluatie van de deviante seksuele voorkeur, op basis van de meting van de deviante seksuele opwinding, door middel van penisplethysmografisch onderzoek is, tot op heden, het enige bruikbare diagnostische onderzoek, indien het voorafgaand gevalideerd is, op adequate wijze uitgevoerd wordt en er rekening gehouden wordt met de beperkingen van het onderzoek. Als biopathofysiologische aspecten van belang bij plegers van seksueel geweld, wordtl de rol van testosteron, serotonine en dopamine binnen de biopathofysiologie van plegers van seksueel geweld besproken. Tevens wordt het belang van structurele en functionele hersenafwijkingen, zoals vastgesteld door middel van beeldvormingsonderzoek van de hersenen, toegelicht. Verder onderzoek rond deze biopathofysiologische aspecten van belang bij plegers van seksueel geweld zal nodig zijn, voordat er concrete bijdragen op het vlak van de biomedische diagnostiek verwacht mogen worden.