Seksualiteit en cultuur: verschillen in klachten tussen autochtonen en allochtonen
Auteur(s): Niels Nieuborg, Woet Gianotten
In deze studie zijn de seksuele problemen van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse, Antilliaanse en Nederlandse patiënten/cliënten van de poliklinieken seksuologie van het Erasmus MC te Rotterdam en het Leyenburg Ziekenhuis te Den Haag geïnventariseerd op basis van de LOPS-registratie. De data van die verschillende etnische groepen zijn met elkaar vergeleken. Problemen met het seksueel verlangen bij mannen blijken een relatief kleiner deel van de klachten van de Turken en Marokkanen uit te maken dan van zowel Nederlanders als Surinamers en Antillianen (5% tegenover respectievelijk 14% en 8%, significant verschil). Problemen met het orgasme, met uitzondering van voortijdig orgasme, blijken bij Nederlanders een significant groter deel uit te maken van de problemen op de poli dan bij Turken en Marokkanen (respectievelijk 11 % en 2%). Voortijdig orgasme maakt een significant groter deel uit van de gepresenteerde problemen bij Turken en Marokkanen, evenals bij Surinamers en Antillianen, dan bij de Nederlanders (resp. 39% en 35% tegenover 9%). Dyspareunie komt op de poli bij Nederlandse vrouwen vaker voor dan bij de Turkse en Marokkaanse vrouwen, evenals bij de Surinaamse en Antilliaanse vrouwen (42% versus resp. 21% en 25%). Vaginisme is bij de Turkse en Marokkaanse vrouwen het meest voorkomende probleem op de poli en komt relatief vaker voor bij deze vrouwen dan bij Nederlandse vrouwen (resp. 34% en 16%). Verder onderzoek naar de relatie tussen afkomst en seksuele problemen is nodig om meer inzicht te bieden in dit verband.