Seksueel contact tussen huisarts en patiënt: prevalentie en risicofactoren
Auteur(s): Peter Leusink, Henk Mokkink
Doel was het vaststellen van de omvang van seksueel contact tussen huisarts en patiënt. Nagegaan wordt of er een relatie bestaat tussen het vóórkomen van seksueel contact en persoons- en praktijkkenmerken van huisartsen. Methode. In de periode februari -mei 2002 werd een vragenlijst toegezonden aan een aselecte steekproef huisartsen (n=1250). Resultaten. De respons was 80%. Onder de non-responders waren relatief meer mannen ouder dan 50 jaar. Van de mannelijke huisartsen had 4,3% en van de vrouwelijke huisartsen 0,8% gedurende hun werkzame leven tot aan het moment van het onderzoek ooit seksueel contact gehad met een patiënt. Bij 77% van hen vond coïtus plaats. Ruim eenderde van de daders had met twee of meer patiënten seksueel contact. Significant meer mannen die ouder waren dan 50 jaar hadden ooit seksueel contact met een patiënt. Het vóórkomen was niet gerelateerd aan de urbanisatiegraad van het praktijkgebied of grootte van de maatschap. Een groot deel van de mannelijke daders beoordeelt achteraf het gedrag positief, zowel voor zichzelf (68%) als voor de patiënt (74%). Conclusie. Seksueel contact tussen huisarts en patiënt beperkt zich niet tot incidenten. Het bewust zijn van de eigen normale seksuele gevoelens is niet voldoende ter preventie. Het is noodzakelijk gericht beleid te implementeren.