Auteur(s): Femke Wouters, Sebastian Schagen, Peggy Cohen-Kettenis, Henriette Delemarre-van de Waal

Adolescenten met genderidentiteitsstoornis (GIS) komen in Nederland in aanmerking voor de onderdrukking van hun eigen, biologische puberteit als ze al vanaf de kindertijd aan de DSM-IV-TR criteria voor een GIS voldoen, psychologisch stabiel zijn en gesteund worden door hun omgeving. Ter ondersteuning van het diagnostisch proces wordt nagegaan hoe de adolescenten de eerste, nog reversibele fases van de eigen, biologische puberteit ervaren voordat de puberteitsremmende medicatie in de vorm van een GnRH analoog gegeven wordt (Delemarre-van de Waal & Cohen-Kettenis, 2006). Onderdrukking van de puberteit heeft als voordeel dat de beslissing om tot geslachtsaanpassende behandeling over te gaan zorgvuldig genomen kan worden, zonder dat de adolescent het gevoel heeft onder druk te staan door de ontwikkeling van ongewenste secundaire geslachtskenmerken. Bij persisterende genderdisforie en bij de afwezigheid van contra-indicaties, kan de adolescent vanaf 16 jaar cross-sex hormonen en vanaf 18 jaar een geslachtsaanpassende operatie krijgen. Het geslacht kan dan tevens voor de wet worden aangepast.
We denken dat deze nieuwe aanpak tot een beter resultaat leidt met betrekking tot de lichamelijke ontwikkeling, zelfvertrouwen en psychisch en sociaal welzijn. De eerste resultaten zien er inderdaad gunstig uit, maar ook lange termijn gevolgen dienen nauwgezet geëvalueerd worden.