Auteur(s): Harald Kedde, Peter Leusink, Robert Verheij

Achtergrond. In Nederland ontbreekt inzicht in het aantal mensen dat een huisarts consulteert in verband met een seksueel of reproductief gezondheidsprobleem of een relatieprobleem; eventuele trends daarin en eventuele verschillen naar leeftijd en geslacht. Methode. Tussen 2001 en 2005 werden bij ongeveer 80 huisartspraktijken gegevens verzameld met betrekking tot deze problematiek. De gegevens zijn afkomstig uit de elektronische patiëntendossiers (EPD’s) van landelijk representatieve huisartsenpraktijken die deelnemen aan het Landelijk Informatie Netwerk Huisartsenzorg (LINH). Daarin registreren huisartsen op continue basis gegevens over aandoeningen, contacten, geneesmiddelvoorschriften en verwijzingen. De registratie van ziekten en aandoeningen geschiedt met behulp van de International Classification of Primary Care (ICPC). Resultaten. Het aantal mensen dat naar de huisarts gaat met vragen of problemen op het gebied van seksuele gezondheid en relatieproblemen is tussen 2001 en 2005 significant toegenomen. Mensen raadplegen met name vaker een huisarts in verband met angst voor soa, erectieproblemen en relatieproblemen met de partner. Conclusie. De huisarts heeft de afgelopen jaren te maken gekregen met meer vragen omtrent seksuele en reproductieve gezondheid en relatieproblemen. Het is aannemelijk dat deze toename toe te schrijven is aan of een toegenomen prevalentie van relationele problemen en angst voor soa in de bevolking, of verlaging van de drempel om hulp te zoeken hieromtrent. Bij erectieproblemen kan de toename deels verklaard worden door verbeterde behandelingsmogelijkheden, waardoor wellicht het taboe bij zowel huisarts als patiënt hieromtrent is afgenomen.