Seksueel grensoverschrijdend gedrag onder jongeren en volwassenen in Nederland
Auteur(s): Stans de Haas | Rutgers WPF, Utrecht
In dit artikel worden de prevalentie van zowel fysieke als niet-fysieke vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag en de prevalentie van verschillende pressiemethoden onder jongeren en volwassen in Nederland beschreven. Daarnaast is onderzocht wat de kenmerken van de plegers zijn en hoe hoog het aangiftepercentage is in diverse groepen. In een representatieve steekproef hebben ruim 8.000 Nederlandse mannen en vrouwen tussen de 15 en 71 jaar een vragenlijst over seksuele gezondheid ingevuld. Hieruit bleek dat veel respondenten onder druk zijn gezet om seks te hebben. Veel vormen van grensoverschrijding komen significant vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Ongeveer drie op de tien mannen en ongeveer de helft van de vrouwen hebben één of meerdere vormen van niet-fysieke seksuele grensoverschrijding meegemaakt. Respectievelijk 11% en 31% van de mannen en de vrouwen tussen de 15 en 25 jaar heeft ooit in zijn of haar leven fysieke seksuele grensoverschrijding meegemaakt. Bij mannen en vrouwen tussen de 25 en 71 jaar is dit respectievelijk 13% en 42%. Van deze mannen en vrouwen had respectievelijk 13% en 19% hiervan aangifte gedaan. In de jongere leeftijdsgroep was dit aangiftepercentage 17% bij de mannen en 12% bij de vrouwen. Er was meestal één pleger, veelal een bekende van het slachtoffer. Jongeren tussen de 14 en 18 jaar lopen een relatief groot risico op het meemaken van fysieke seksuele grensoverschrijding. Sinds 2006 zijn er nauwelijks verschuivingen opgetreden in de prevalentie van seksueel geweld. Aandacht voor effectieve preventie blijft dan ook onverminderd noodzakelijk.