Een focusgroepstudie naar de professionele ondersteuning voor de seksuele gevolgen na dikkedarmkanker: de perceptie van patiënten, partners en zorgverleners
Auteur(s): Marjan Traa, Jolanda de Vries, Jan A. Roukema, Harm J.T. Rutten, Brenda L. den Oudsten
Doel: De zorgbehoeften rondom seksualiteit na dikkedarmkanker beschrijven en factoren die de zorgverlening vanuit patiënt-, partner- en zorgverlenerperspectief beïnvloeden identificeren.
Methodiek: Patiënten (twaalf mannen/negen vrouwen), partners (vier mannen/vijf vrouwen) en tien zorgverleners participeerden in acht focusgroepen.
Resultaten: Ondanks dat alle deelnemers vonden dat seksualiteit regelmatig aan de orde moet komen en - indien nodig - behandeld zou moeten worden, blijft seksualiteit een onderbelicht thema in de spreekkamer. Gebrek aan kennis en gevoelens van schaamte waren voor alle partijen barrières om zorg te vragen/leveren. Men bleek ideeën te hebben over de gepastheid om seksualiteit te bespreken. Zorgverleners lieten zich mede leiden door de leeftijd, het geslacht en of de patiënt een partner heeft. Zorgverleners debatteerden over wie verantwoordelijk is om de zorg te leveren en welke rol het multidisciplinaire team speelt. Organisatorische barrières waren onder andere het ontbreken van seksualiteit als gespreksonderwerp tijdens (de lange-termijn) follow-up en een gebrek aan kennis over het verwijzen. De zorg kan worden verbeterd wanneer de mate van zorgbehoefte(n) van zowel patiënt als partner in kaart worden gebracht en, indien nodig, behandeld (goede diagnostiek in combinatie met zorg op maat). Belangrijk is bespreken dat zorgen over seks normaal zijn en het normaliseren van eventuele problematiek. Het opzetten van/bekendheid met een verwijssysteem is eveneens een randvoorwaarde.
Conclusie: Om individuen of koppels met seksuele problemen te identificeren moeten zorgverleners de seksuele gevolgen van diagnose en behandeling voor dikkedarmkanker normaliseren. Seksuele hulpverlening dient een integraal onderdeel te worden van de zorg, een goed verwijssysteem is hierbij onontbeerlijk.