De (kosten)effectiviteit van kortdurende sekscounseling voor jongeren met een seksuele disfunctie
Auteur(s): Andrea Grauvogl, Madelon Peters, Silvia Evers, Jacques van Lankveld
De afgelopen jaren neemt de prevalentie van en aandacht voor seksuele disfuncties onder jongeren steeds verder toe. Het doel van deze studie was het vergelijken van kortdurende sekscounseling (KSC), een reguliere seksuologische behandeling (RSB) en een (wachtlijst-) controle groep (CG) voor de behandeling van seksuele disfunctie bij jongeren tussen de 18 en 25 jaar. In deze studie werd gekeken naar seksueel functioneren, kwaliteit van leven en de maatschappelijke kosten, waarbij de kosten over een periode van 12 maanden werden gemeten. Primaire uitkomstmaten waren de verbeteringen in seksueel functioneren en psychologisch welbevinden. Secundaire uitkomstmaten waren verbeteringen in kwaliteit van leven, kwaliteit van de relatie en tevredenheid met de behandeling. Voor wat betreft seksueel functioneren en psychologisch functioneren werd er geen verschil gevonden tussen de drie condities. Voor wat betreft de secundaire uitkomstmaten verschilden de drie groepen evenmin. De resultaten lieten wel zien dat wel behandelen (dus een combinatie tussen KSC en RSB) superieur is ten opzichte van niet behandelen (CG). De kosten voor RSB zijn significant hoger dan voor CG en KSC. Wat betreft de kosteneffectiviteit, dus als kosten en de mate van effectiviteit met elkaar verbonden worden, is er een voorkeur voor KSC ten opzichte van RSB. Concluderend kan er gezegd worden dat er geen harde bewijzen gevonden kunnen worden om kortdurende sekscounseling als standaard behandeling in te zetten, maar dat er wel aanwijzingen zijn dit als behandeling te overwegen.