Auteur(s): Peggy M.J. Emmerink, Ine Vanwesenbeeck, Regina J.J.M. van den Eijnden, Jacques J.D.M. van Lankveld, Tom F.M. Ter Bogt

De seksuele dubbele standaard (SDS) is een patroon van verwachtingen dat (jonge) vrouwen seksuele terughoudendheid voorschrijft, terwijl het (jonge) mannen seksuele activiteit dicteert. Het onderschrijven van deze SDS is geassocieerd met negatieve consequenties voor de seksuele en mentale gezondheid, welke vooral voor vrouwen sterk naar voren komen. Het huidige overzichtsartikel bespreekt vier studies, onderdeel van het proefschrift van Emmerink (2017), waarin de SDS onder heteroseksuele jongeren in Nederland verkend werd. In Studie 1 lag de focus op de ontwikkeling van een nieuwe vragenlijst voor het meten van de SDS ten aanzien van het gedrag van jonge mannen en vrouwen (de “Scale for the Assessment of Sexual Standards among Youth” (SASSY)). Er werd een goede psychometrische kwaliteit van het instrument vastgesteld. In Studie 2 werden de scores op de SASSY vragenlijst (welke bewuste denkbeelden meet) vergeleken met die op een indirecte meting, een Implicit Association Test (IAT, welke onbewuste denkbeelden meet). Mannen lieten op zowel de SASSY vragenlijst als op de IAT een denkbeeld zien in lijn met de SDS. Vrouwen lieten op de SASSY vragenlijst een denkbeeld zien in lijn met de SDS, maar op de IAT juist niet. Het lijkt erop dat de SDS op verschillende cognitieve niveaus werkt. In Studie 3 werd de relatie tussen het aanhangen van de SDS (de SASSY vragenlijst) met psychoseksuele correlaten bekeken. Mannen en religieuze jongeren blijken de SDS relatief sterker aan te hangen. Dit was tevens het geval voor mannen en vrouwen die sterker belang hechten aan hun eigen mannelijkheid/vrouwelijkheid. Voor alleen mannen was ook een sterker gevoel recht te hebben om seksueel seksueel plezier te ontvangen van de partner geassocieerd met het sterker aanhangen van de SDS. In Studie 4 werd de relatie tussen het aanhangen van de SDS en seksuele cognities en emoties bekeken. Hieruit bleek dat alleen voor vrouwen het sterker aanhangen van de SDS gerelateerd was aan een lagere seksuele autonomie en het ervaren van meer negatieve emoties rondom seks. Ondanks dat de resultaten van de studies er op wijzen dat de SDS in Nederland geen dominant denkbeeld is (de gemiddelde scores waren steeds laag), lijkt het er op dat sommige groepen de SDS wel sterker aanhangen dan anderen. Een voortdurende aandacht voor de mogelijke effecten van de SDS op de seksualiteit van jongeren blijft daarom wenselijk. Het strekt tot aanbeveling zich in toekomstig onderzoek enerzijds te richten op de beïnvloedingsprocessen die ten grondslag liggen aan persoonlijke attituden in lijn met de SDS en anderzijds op de persoonlijke belevingswereld van seksualiteit en seksuele autonomie, het laatste met name bij meisjes en jonge vrouwen.