Auteur(s): Ine Vanwesenbeeck, Marie-Louise Janssen, Marjan Wijers
Samenvatting
In het publieke en politieke debat over prostitutie en mensenhandel nemen de cijfers van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel (NRM) over het aantal sekswerkers dat slachtoffer van seksuele uitbuiting zou zijn, een prominente plaats in. In dit artikel wordt kritisch naar deze cijfers gekeken. Allereerst wordt de vraag gesteld wat we precies moeten verstaan onder seksuele uitbuiting. Vervolgens wordt geanalyseerd hoe de cijfers tot stand komen en hoe betrouwbaar ze zijn. De auteurs concluderen dat deze (en andere) verwijzingen naar een veronderstelde enorme omvang van seksuele uitbuiting eerder frame dan feit genoemd moeten worden. Ze roepen op tot grotere terughoudendheid in het gebruik van een dergelijk frame dan thans wordt betracht. Het is niet bevorderlijk voor de hulp aan slachtoffers en de bestrijding van seksuele uitbuiting, noch voor de versterking van de positie van sekswerkers. Afgesloten wordt met enkele suggesties voor een effectief beleid tegen misstanden in de seksbranche.