Auteur(s): Bernard ten Hag
Er bestaat onduidelijkheid maar ook controverse over hoe de seksuele kant van zedendelict-pleging het beste kan worden gezien. In dit artikel wordt deze kant verkend en geanalyseerd met behulp van de seksuele scripttheorie (Simon & Gagnon, 1986). Deze theorie bestudeert zowel conventioneel als afwijkend seksueel gedrag als sociaal gedrag, in tegenstelling tot biologische en psychoanalytische verklaringsmodellen. Er zijn drie clusters van seksuele problemen die een rol spelen bij seksuele delictpleging: een patroon van seksueel disfunctioneren gekenmerkt door uitvoeringsangst en een sterke focus op eigen seksueel functioneren; een ongepast en ongewenst seksueel contact (al of niet parafiel) uit angst voor of onvermogen tot een gelijkwaardige seksuele relatie; en een hyperseksueel verlangen dat meer met lust dan met intimiteit te maken heeft en waarover geen controle gevoeld wordt. Er wordt een seksuele scriptanalyse gepresenteerd om samen met cliënten die een seksueel delict gepleegd hebben hun gehele seksuele gedrag te onderzoeken. Seksueel delictgedrag zien als sociaal bepaald gedrag geeft de behandeling een andere invalshoek: geen hoofdaandacht voor het seksuele delict maar de vraag welke problemen iemand heeft om zich seksueel op gepaste wijze te uiten.