Seks en seksuele gezondheid als gespreksonderwerpen in een ambulante forensisch psychiatrische behandelsetting
Auteur(s): Julia Wilpert, Joan E. van Horn, Bastiaan S. Frelier, & Rik H.W. van Lunsen
Ondanks veel aanwijzingen voor het positieve verband tussen seksuele gezondheid en algehele levenskwaliteit, blijkt het proactief ter sprake brengen van seksueel functioneren nog maar mondjesmaat voor te komen in de (geestelijke) gezondheidszorg (ggz). Dit onderzoek gaat na of dit ook het geval is binnen de specifieke setting van de ambulante forensische ggz. Via een enquête werden behandelaars van een forensisch psychiatrische polikliniek (N = 149) gevraagd hoe belangrijk zij het onderwerp seksualiteit vinden, in welke mate zij zich op hun gemak voelen het te bespreken en of het regelmatig terugkeert in hun behandeling en intercollegiaal overleg. Er werden twee groepen behandelaars vergeleken: van de zorglijn seksueel grensoverschrijdend gedrag (ZSGG) en van overige zorglijnen (ZOV; agressie en vermogen, huiselijk geweld en jeugd). De ZSGG-behandelaars scoorden hoger op het belang van het praten over seks, het gemak waarmee ze dat deden en de frequentie van adresseren in behandeling en overleg dan de ZOV- behandelaars. Slechts 26.8% van de totale groep bespreekt seksualiteit als standaard onderdeel van de behandeling. De meest genoemde drempel was ongemak van de patiënt (57%). Behandelaars gaven aan vooral bijscholingsbehoefte te hebben met betrekking tot algemene seksuologische kennis. Meer gemak in het bespreken van seksualiteit hing positief samen met leeftijd, werkervaring en een gevoel van vaardigheid. De resultaten ondersteunen het idee dat er in de ambulante forensische ggz te weinig aandacht is voor het onderwerp seksuele gezondheid en het versterken van de vaardigheden van behandelaars op dit vlak.