Auteur(s): Jeroen Dewinter, Anna I.R. van der Miesen, Sascha E. Klomp, Marijn Maassen , & Wilma Mathurin

Ondanks de toenemende evidentie dat seksuele en genderdiversiteit en genderdysforie relatief vaak voorkomen bij kinderen, jongeren en volwassenen met autisme, is de kennis bij hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) over het ondersteunen van mensen met autisme bij seksuele en gendervragen beperkt. Seksualiteit kan -naast genderidentiteit- een belangrijk thema zijn voor deze jongeren en volwassenen, voor, tijdens en na een behandeling van genderdysforie, maar praten over seks en gender lijkt nog steeds onzekerheid op te roepen bij hulpverleners in de ggz. Autistische, maar ook niet-autistische, jongeren en volwassenen blijven nog te vaak alleen met vragen en klachten over seksualiteit. Specialistische genderteams bieden begeleiding, diagnostiek en behandeling rond gen- derdysforie, maar blijft de voor- en nazorg bij andere hulpverleners, ook op seksueel vlak, blijft nog vaak beperkt en afhankelijk van wie iemand treft. Het ontbreken van kennis speelt hierbij een rol: er bestaat enkel een eerste richtlijn rond diagnostiek en behandeling van adolescenten met autisme en gendervragen die wijst op het belang van een multidisciplinair, laagdrempelig netwerk rond deze jongeren met kennis van zowel autisme als genderdiversiteit/ genderdysforie. We stellen vast dat dit netwerk in Nederland en Vlaanderen nog in ontwikkeling is. De auteurs pleiten er daarom voor dat het versterken van kennis en kennisuitwisseling over autisme, genderdiversiteit en seksualiteit bij hulpverleners en deskundigen in de ggz een noodzakelijke én haalbare eerste stap is, waarbij de ervaringsdeskundig- heid van autistische trans*personen een onmisbare bron van informatie is.