Auteur(s): Marianne Cense

Samenvatting

In het beleid rond seksuele gezondheid staan keuzevrijheid en zelfbeschikking centraal. Deze uitgangspunten be- vorderen de seksuele rechten van mensen, maar veronderstellen ook dat mensen controle hebben en verstandige, verantwoordelijke keuzes maken. In mijn onderzoek naar de seksuele beleving van jongeren wordt duidelijk dat dit idee van vrije keuze problematisch is. Jongeren navigeren tussen meerdere verlangens, verwachtingen en sociale normen. De nadruk op individuele verantwoordelijkheid maakt bovendien dat problemen, zoals een ongeplande zwangerschap of seksueel geweld, kunnen leiden tot zelfverwijt en schuldgevoelens. Hoe kunnen we over de bewe- gingsruimte (agency) van jongeren denken, op een wijze die geen absolute autonomie veronderstelt, maar rekening houdt met hun sociale navigatie? En wat betekent dit voor de seksuele vorming van de toekomst?

Individuele keuzevrijheid is een belangrijk principe in Nederland. In het beleid rond seksueel welzijn staat zelfbeschikking centraal. Seksuele gezondheidsbevordering is erop gericht jongeren te motiveren en in staat te stellen om ‘gezonde’ keuzes te maken, zoals veilige seks, gelijkwaardige relaties en je wensen en grenzen aan kunnen geven (Mastro & Zimmer-Gembeck, 2015). Dit uitgangspunt bevordert de seksuele rechten van mensen en past in het neoliberale denken over mensen als handelende, vrije individuen. De focus ligt op het individuele, ‘kiezende’ subject (Richardson, 2017). Maar deze vrijheid en mogelijkheden hebben een keerzijde. Het vraagt ook dat mensen controle hebben en verstandige, verantwoordelijke keuzes kunnen maken (Bay-Cheng, 2015). Problemen die jongeren kunnen tegenkomen, zoals een ongeplande zwangerschap of een doorgestuurde naaktfoto, leiden dan al snel tot zelfverwijt en schuldgevoelens. Uit mijn interviews met jongeren over hun seksuele ervaringen en keuzes komt naar voren dat keuzevrijheid een problematisch concept is. Veel keuzes die jongeren maken zijn niet autonoom, los van invloeden van buitenaf. Jongeren navigeren tussen diverse verlangens, verwachtingen en sociale normen. Ze willen bijvoorbeeld ervaringen opdoen en hun ruimte verkennen, en ze willen ook door hun vrienden geaccepteerd worden, niet afwijken van wat “normaal” is én hun ouders niet teleurstellen. In deze zoektocht gaat het veel minder om het raadplegen van een autonoom innerlijk kompas, dat laat zien welke keuzes voor jou persoonlijk de beste zijn, maar om het navigeren van verschillende sociale verwachtingen en het behoud van belangrijke relaties. Een voorbeeld. Een aantal jaren geleden deed ik met een collega onderzoek naar de seksuele beleving van jongeren, vanuit een levensloop perspectief. In interviews vroegen we hen eerst hun seksuele levenslijn te tekenen, met alle hoogtepunten en dieptepunten en deze vervolgens toe te lichten. We spraken 46 jongeren tussen de 12 en 21 jaar. Voor dit betoog wil ik de levensverhalen van twee meisjes van 19 jaar naar voren halen. Het eerste meisje, laten we haar Lucille noemen, vertelde dat ze een abortus had gehad op haar 15e. Op haar 17e was ze voor de tweede keer ongepland zwanger geworden van dezelfde vriend, maar dit keer kozen ze ervoor een kind te krijgen. Ze woonde met haar vriend en kind bij haar moeder en volgde een MBO opleiding. Ze reflecteerde:

Toen ik abortus liet doen, was ik veel te jong om een kind op te voeden, vond ik. Mijn vriend was het er ook mee eens. We zijn bij elkaar gebleven. Hij heeft me wel gesteund, hij is meegegaan en erbij gebleven. Dus ja, alles is goed gegaan. Ik heb het geluk dat ik zo’n vriend heb gekregen. Want je hoort best wel dat hij dan in één keer weggaat ofzo. En dan denk ik, gelukkig heb ik dat niet.

Lucille is dankbaar dat haar vriend en haar moeder achter haar staan en haar steunen, zowel tijdens de abortus als nu, met het opvoeden van haar kind. Ze kijkt zonder spijt terug. Ze kijkt vooral vooruit. Ze wil eerst haar opleiding afmaken en dan niet te lang wachten voor een volgend kind. Het tweede meisje, Jennifer, heeft in haar seksuele loopbaan niet te maken gekregen met onbedoelde zwangerschap en ook niet met soa’s of seksuele dwang. Toch bevat haar lijn vanaf haar vijftiende veel dieptepunten. Ze is beschadigd geraakt door vriendjes die ontrouw waren en haar slecht behandelden en kijkt met bitterheid terug. Ze vertelde:

Jongens weten nooit wat ze willen. Jongens zijn irritant. Ik heb twee broertjes en als ik dan een vriend heb, dan lijkt het alsof ik nog een broertje heb. Het is gewoon vervelend. Ik ben jongens eigenlijk zat, omdat het jongens zijn. Jongens zijn gewoon vreselijk.

Deze twee verhalen laten zien dat seksueel welzijn en seksuele gezondheid meer omvatten dan de afwezigheid van soa’s, tienerzwangerschap en seksuele dwang. Lucille heeft weliswaar twee ongeplande tienerzwangerschappen meegemaakt, maar ze geeft haar seksuele welzijn een veel hoger cijfer dan Jennifer, terwijl Jennifer als ´seksueel gezond´ uit de statistieken naar voren zou komen. Het behoud van verbondenheid met belangrijke mensen blijkt voor jongeren een belangrijke factor of een seksuele keuze of gebeurtenis achteraf positief geëvalueerd wordt (Cense, 2019a).

Toch is het onderzoeken en bespreken van verbondenheid op ons werkterrein, het bevorderen van seksuele gezondheid en seksueel welzijn, vreemd genoeg geen vanzelfsprekendheid. Hoe kunnen we naar de keuzes van jongeren kijken en hun sociale navigatie - hun strategieën, acties en onderhandelingen voor het onderhouden van relaties en het navigeren door bredere sociale verwachtingen (Bell, 2012) - hierin meenemen? En wat betekent dat voor seksuele vorming?

Nieuwe denkrichtingen

Ine Vanwesenbeeck was één van de eersten die een ander model tegenover de individuele benadering van seksuele gezondheid zette. In 1999 lanceerde ze samen met andere onderzoekers het model van de seksuele interactiecompetenties (Vanwesenbeeck, Zessen, van, Ingham, Jaramazovic, & Stevens, 1999). Dit model schetst een seksuele arena, waarin twee mensen elkaar ontmoeten, elk met hun eigen voorgeschiedenis en competenties. De mate van seksueel welzijn wordt bepaald in de ontmoeting tussen twee mensen, niet alleen door individuele keuzes en eigen weerbaarheid. De leerervaring die deze ontmoeting geeft, nemen ze allebei weer meer naar een volgende ontmoeting. Seksueel welzijn is dus meer dan de optelsom van je eigen bagage, het ontstaat in interactie. Het model ligt aan de basis van veel interventies en campagnes, en heeft veel onderzoekers geïnspireerd.

Vanuit mijn onderzoek onder jongeren wil ik daar een dimensie aan toevoegen, want de verbondenheid van jongeren reikt verder dan hun sekspartner. In hun keuzen en hun koers laten ze zich ook leiden door wat hun vrienden doen en vinden en wat hun ouders verwachten. Het gaat dus niet alleen om de seksuele arena met twee mensen, maar ook om het hele sociale speelveld om hen heen. Bij wie wil je horen? Wie steunt jou? Wat is de norm in jouw groep? En het gaat om de morele kaders die hun sociale omgeving en de maatschappij hanteert. Wie mag of moet je zijn? En wat mag of moet je doen? Denk bijvoorbeeld over maagd blijven tot het huwelijk, maar ook over een blootfoto delen of seks hebben op je 14e. Morele kaders zijn niet gender neutraal, maar sturen hoe je je als man of vrouw hoort te gedragen en weerspiegelen vaak een dubbele seksuele moraal. En zoals Ine Vanwesenbeeck in haar oratie in 2011 duidelijk maakte; rigide gender normen en de dubbele seksuele moraal die daaruit voortvloeit, zijn een grote belemmering voor seksueel welzijn (Vanwesenbeeck, 2011).

Een andere component van het sociaal speelveld die ik hier wil noemen, zijn de verhalen die beschikbaar zijn over relaties en seksualiteit. Uit mijn onderzoek onder jongeren komt naar voren hoe belangrijk pluriforme verhalen zijn, om je een beeld te kunnen vormen van verschillende verlangens, identiteiten en relaties (Cense, 2019b). Als kinderen en jongeren opgroeien met een beperkt aantal verhalen over relaties en seksualiteit, doorgaans een conservatief hetero verhaal, is het moeilijker andere mogelijkheden te zien en je eigen verhaal meester te worden. Dit brengt me tot het volgende model over de ontwikkeling van sexual agency van jongeren. Sexual agency is een lastig te vertalen begrip, het gaat over bewegingsruimte veroveren, over je eigen koers vinden en je seksuele zelf ontwikkelen (Harris & Dobson, 2015). Het sociale speelveld is in vier componenten in de witte vlakken te vinden: de culturele en religieuze moraal over seksualiteit, de sociale en gendernormen, verwachtingen van en loyaliteit aan vrienden en familie en beschikbare verhalen. Tot elk domein moet een jongere zich verhouden en een eigen koers vinden.

De seksuele vorming van de toekomst

Wat betekent dit sociale speelveld voor de seksuele vorming van de toekomst? Natuurlijk blijft goede leeftijdsadequate informatie belangrijk, in elke fase van de seksuele ontwikkeling van kinderen en jongeren. Over de ontwikkeling van je lichaam, over de puberteit, over consent, over seksueel genot, over seksuele en gender diversiteit, over online sexten en daten en ga zo maar door. Maar daarmee zijn we er niet. Want met informatie en de boodschap van verstandige keuzes maken alleen, versterken we de boodschap dat het je eigen schuld is als er iets vervelends gebeurt, als er een naaktfoto online staat, als je onbedoeld zwanger wordt of als je te maken krijgt met seksueel geweld. Dit versterkt de huidige cultuur van prestatiedruk, maakbaarheid, selfblame en victim-blaming. En maakt bovendien onzichtbaar dat de sociale en gendernormen om je heen je bewegingsruimte kunnen beperken, en dat niet iedereen in dezelfde positie verkeert waarin je de verstandige keuze kunt maken en voor je eigen seksuele gezondheid kunt zorgen, denk bijvoorbeeld aan seksuele dwang, aan gebrek aan toegang tot anticonceptie of aan een taboe op homoseksualiteit (Carmody & Ovenden, 2013).

Er zijn drie dingen die ons te doen staan, om in seksuele vorming van de toekomst meer recht te doen aan de sociale navigatie van jongeren. Er is natuurlijk nog veel meer over te zeggen, daarvoor verwijs ik graag naar twee artikelen (Cense, 2019c; Vanwesenbeeck, Cense, van Reeuwijk & Westeneng, 2021).

Ten eerste moet de seksuele vorming van de toekomst gericht zijn op de groep, en niet alleen op het individu. Juist omdat die peer groep zoveel invloed heeft op wat jongeren doen. Het doorbreken van stereotype gender normen en heteronormativiteit is juist een thema om met een groep dieper op in te gaan, reflectie te bevorderen en verandering teweeg te brengen, zodat jongeren elkaar minder veroordelen als iemand zich buiten de gender hokjes beweegt of seksueel gedrag vertoont dat niet past bij ‘nette meisjes’ en ‘echte jongens’.

Ten tweede neemt de seksuele vorming van de toekomst als uitgangspunt dat iederéén erbij wil horen, bij je familie, bij je vrienden. En dat dat geen zwakte is. Seksuele vorming kan jongeren uitnodigen om te reflecteren over bij wie ze willen horen en wat dat betekent voor hun eigen koers. Welke norm wil je overnemen en welke niet? En hoe navigeer je als er verschillende normen en verwachtingen zijn, in de verschillende sociale werelden waar je je begeeft? Jongeren vergroten hun navigatie skills en ontwikkelen ook meer empathie, als ze zien met welke uitdagingen hun peers geconfronteerd worden.

Tenslotte, de seksuele vorming van de toekomst stelt jongeren gerust, dat iedereen leert door te doen. Dat je mag blunderen, dat je mag blozen, dat je een blauwtje mag lopen. Dat het er niet om gaat dat alles perfect loopt, of dat je er zelf perfect uitziet. Dat het uiteindelijk toch gewoon gaat om de liefde. Liefde voor elkaar en liefde voor jezelf.

Figuur 1. Model sexual agency (Cense, 2019a)

 Screenshot 2024 02 16 at 10.26.39

Literatuur

Bay-Cheng, L. Y. (2015). The Agency Line: A Neoliberal Metric for Appraising Young Women’s Sexuality. Sex Roles, 73, 279–291. https://doi.org/10.1007/s11199-015-0452-6

Bell, S. A. (2012). Young People and Sexual Agency in Rural Uganda. Culture, Health & Sexuality, 14 (3), 283–296. https://doi.org/10.1080/13691058.2011.635808

Carmody, M., & Ovenden, G. (2013). Putting Ethical Sex into Practice: Sexual Negotiation, Gender and Citizenship in the Lives of Young Women and Men. Journal of Youth Studies, 16, 792–807. https://doi.org/10.1080/13676261.2013.763916

Cense, M. (2019a). Rethinking sexual agency: proposing a multicomponent model based on young people’s life stories. Sex Education, 19(3), 247-262. https://doi.org/10.1080/14681811.2018.1535968

Cense, M. (2019b). Navigating a bumpy road. Young people’s negotiation of sexual agency in a normative landscape. Dissertation. VU Amsterdam.

Cense, M. (2019c). Navigating a bumpy road. Developing sexuality education that supports young people’s sexual agency. Sex Education, 19(3), 263-276. https://doi.org/10.1080/14681811.2018.1537910

Harris, A., & Dobson, A.S. (2015). Theorizing Agency in Postgirlpower Times. Continuum: Journal of Media & Cultural Studies, 29(2), 145–156. https://doi.org/10.1080/10304312.2015.1022955

Mastro, S., & Zimmer-Gembeck. M.J. (2015). Let’s Talk Openly about Sex: Sexual Communication, Self-Esteem and Efficacy as Correlates of Sexual Well-Being. European Journal of Developmental Psychology, 12(5), 579–598. https://doi.org/10.1080/17405629.2015.1054373

Richardson, D. (2017). Rethinking Sexual Citizenship. Sociology, 51(2), 208–224. https://doi.org/10.1177/0038038515609024

Vanwesenbeeck, I., Cense, M., van Reeuwijk, M., & Westeneng, J. (2021). Understanding Sexual Agency. Implications for Sexual Health Programming. Sexes, 2, 378–396. https://doi.org/10.3390/sexes2040030

Vanwesenbeeck, I. (2011). Diverse verlangens. Seksuele ontwikkeling onder moderne dubbele moraal. Oratie, TvS, 35(4), 232-239.

Vanwesenbeeck, I., Zessen, van, G., Ingham, R., Jaramazovic, E., & Stevens, D. (1999). Factors and processes in heterosexual competence and risk: An integrated review of the evidence. Psychology and Health, 14, 25-50. https://doi.org/10.1080/08870449908407312