Auteur(s): J.B. Luijkx, G.W. Marsman, G.A.J. van der Rijt

Bij geslachtsziekten (SOA) moet men vaak constateren dat diegenen die de meeste risico's lopen ook het best geInformeerd zijn. In dit artikel wordt nader ingegaan op dit opmerkelijk verschijnsei. Wij laten zien dat zowel het kennisniveau van, de houding tegenover en het verantwoordelijkheidsbesef aangaande SOA nauw samenhangt met de vraag hoe iemand tegenover zijn of haar eigen seksualiteit staat. Wat de opvattingen betreft die men over seksualiteit heeft, kunnen in feite twee dimensies onderscheiden worden. De eerste dimensie kan omschreven worden als de mate waarin men seksuele handelingen die niet in dienst staan van de voortplanting afwijst. Mensen met een dergelijke visie keuren bijvoorbeeld homoseksualiteit, masturbatie en orale seks sterk af. De tweede dimensie kan worden omschreven als de mate waarin men het hebben van een.vaste relatie als noodzakelijke voorwaarde ziet voor het er op nahouden van seksuele contacten. Het blijkt dat er aanwijzingen zijn voor een directe relatie tussen de eerste dimensie en de kennis die men over SOA heeft. de mate waarin een SOA bij iemand aversieve reacties oproept en in mindere mate ook voor het verantwoordelijkheidsbesef aangaande deze aandoeningen, in de zin dat personen die seksualiteit uitsluitend koppelen aan de voortplanting ook weinig over SOA geïnformeerd zijn en een aversieve houding tentoonspreiden tegenover deze aandoeningen.