Hormonale en psychofarmacologische interventies in de behandeling van parafilieën
Auteur(s): L. Gijs, L. Gooren
De belangstelling voor de farmacotherapeutische behandeling van parafilieën is groeiende. Twee klassen van geneesmiddelen zijn in dit opzicht beproefd: farmaca die interfereren met de normale produktie en werking van androgenen, en psychofarmaca, in het bijzonder antidepressiva. Dit artikel geeft een overzicht van de veronderstelde werkingsmechanismen, de gangbare doseringen en de effectiviteit van deze farmacologische interventies. Hoewel de empirische validering van deze interventies vele methodologische zwakheden vertoont, luidt de conclusie dat dergelijke farmacologische strategieën als onderdeel van een 'totaal' psychotherapeutisch programma een beperkte, relevante bijdrage kunnen leveren in de behandeling van parafilie¨n. Meer bepaald en mits informed consent aanwezig is, zijn anti-androgenen ons inziens sterkte te overwegen bij parafilieën die gekenmerkt worden door een intens en frequent seksueel verlangen en seksuele opwinding die sterk disponeren tot parafiel gedrag. Psychofarmacologische interventies zijn, eveneens op voorwaarde van informed consent, te overwegen bij parafilieën, die geassocieerd zijn met obsessief-compulsieve of depressieve stoornissen. Niettemin blijven methodologisch goed opgezette studies een voorwaarde voor een definitieve plaatsbepaling van farmacotherapie bij parafilieën.