Auteur(s): A.B. Bakker, R.C.M.E. Engels, R.J.J.M. van den Eijnden
In twee studies werd nagegaan welke mechanismen van invloed zijn op het voornemen om een intieme relatie te beëindigen. In overeenstemming met het investeringsmodel (Rusbult) bleek dat gebondenheid aan de intieme relatie positief samenhangt met relatie-tevredenheid en met investeringen, en negatief samenhangt met waargenomen alternatieven. Elk van deze drie variabelen leverde een onafhankelijke bijdrage aan de verklaring van de variantie in gebondenheid. Gebondenheid was voorts in beide studies een goede voorspeller van het voornemen om de relatie te verbreken en van de opvatting dat de eigen relatie beter is dan die van anderen. Ten slotte bleek dat gebondenheid, conform de verwachting, een mediërende rol speelde tussen enerzijds tevredenheid, alternatieven en investeringen, en anderzijds het voornemen om de relatie te verbreken en waargenomen relatiesuperioriteit.