Auteur(s): D.L. Rowland, S.E. Cooper, E.E. Houtsmuller

Seksueel functioneren is ten dele afhankelijk van psychologische processen die betrokken zijn bij seksuele opwinding en respons. Onder deze processen vallen emoties en zelf-percepties (cognities) omtrent de seksuele respons. In de afgelopen jaren werden in het lab affectieve (emotionele) en cognitieve componenten bestudeerd van de seksuele respons op verschillende soorten erotische stimulatie (visuele en auditieve stimulatie, en tactiele stimulatie van de penis). In een aantal experimenten werden mannen met verschillende seksuele stoornissen (erectie dysfunctie (ED), premature ejaculatie (PE), en een combinatie van die twee (PE + ED)) vergeleken met mannen van dezelfde leeftijd zonder seksuele stoornissen. Hoewel de afhankelijke variabelen niet exact hetzelfde waren in alle experimenten, werd in ieder experiment de genitale respons gemeten, en werd de proefpersonen in ieder experiment gevraagd op een schaal aan te geven in hoeverre een aantal (tot 35) verbale beschrijvingen van affectieve en zelf-perceptie responsen voor hen gold. Deze psycho-affectieve items werden ingedeeld in subschalen die intern consistent waren en waarvan alle items conceptueel overeenstemden. Een subgroep van de proefpersonen nam deel aan één van de volgende twee behandelingsprogramma's: sekstherapie of pharmacotherapie, afgestemd op de specifieke aandoening van de proefpersoon. De resultaten tonen aan dat onder laboratorium omstandigheden de relatie tussen affectieve, cognitieve en fysiologische variabelen veel complexer is dan de huidige theorie suggereert. Wat betreft affectieve en zelf-perceptie variabelen werd een aantal interessante patronen duidelijk, die kunnen leiden tot een beter begrip van de verschillen tussen de seksueel functionele en dysfunctionele respons.