Auteur(s): Jan Schippers
Voordracht op het symposium ter gelegenheid van het afscheid van de seksuologe Gerda van Dijk (7 november 2002). De term 'mannen die seks met mannen hebben' kan misschien in sommige gevallen nauwkeuriger zijn dan de term 'homoseksueel', maar het verhult ook het misbruik van homoseksuele mannen door mannen die zich blijven identificeren als heteroseksueel, ondanks hun seksuele contacten met andere mannen. De constructie van homoseskualiteit als een sekse-identiteit (typisch voor machismo culturen) lijkt te leiden tot dit soort misbruik, en lijkt ook tot gevolg te hebben dat er minder mogelijkheden voor gezonde homo- en lesbische seks zijn, vergeleken me de constructie van homoseksualiteit als een seksuele identiteit. De literatuur over lesbische seksualiteit lijkt te nadruk te leggen op problemen met seksueel verlangen en projecteert een beeld van ineffectieve seksualiteit, terwijl homoseksuele mannen vaak als verwijfd of als aan seks verslaaafd worden beschreven. Deze constructies leiden ertoe dat gezonde homo- of lesbische seks niet zo voorstelbaar is. In de agelopen decennia is er veel aan gedaan om deze gezichtspunten te coorrigeren, en er is ook veel bereikt. De groeiende religieuze intolerantie (zie bijvoorbeeld de rol van de Islam in Nederland en die van relgieus rechts in de Verenigde staten) gecombineerd met een toenemend machismo in onze multiculurele samenleving, vormen een bedreiging voor datgene wat bereikt is door de homo- en lesbiche gemeenschap, en is tevens een belangrijke uitdaging voor de toekomst.