Auteur(s): Judith Schuyf, Hanneke Felten
In deze kwalitatieve studie zijn 24 lesbische vrouwen geïnterviewd die aangaven ervaring te hebben met gewelddadige incidenten die zij zelf ervaren hebben als gericht tegen hun seksuele voorkeur. Doel van het onderzoek was om inzicht te krijgen in de aard en verloop van het geweld, de rol van de omstanders en perceptie die de slachtoffers van de daders hebben. Zochten de slachtoffers hulp na wat hun overkomen is? Hoe hebben de lesbische vrouwen de incidenten beleefd, en wat zijn de gevolgen voor hen geweest?
Totaal zijn er door de 24 respondenten 54 strafrechtelijk relevante incidenten gemeld aan de onderzoekers. De meeste slachtoffers herinnerden zich in het verloop van het interview meer incidenten. Het gaat om incidenten in zowel de (semi)privésfeer als in de openbare ruimte. In de openbare ruimte begint het incident met uitschelden. Een deel wordt gevolgd door fysiek intimiderend gedrag en soms fysiek geweld. De omstanders doen meestal niets. Verschillende gevolgen van antilesbisch geweld worden beschreven. Het gaat om fysieke maar met name psychische gevolgen zoals PTSS, burn-out, depressie, suïcidaal gedrag.
De daders zijn zowel autochtoon als allochtoon en meestal man. De zichtbare intimiteit tussen twee vrouwen is vaak het ‘kantelmoment’. In sommige gevallen is het gendernonconforme uiterlijk of gedrag van het slachtoffer de aanleiding. Daarnaast is de seksuele component in veel incidenten opvallend.
Het merendeel van de slachtoffers stapt niet naar de politie of een Anti Discriminatie Bureau. De lage aangiftebereidheid heeft onder andere te maken met schuld- en schaamtegevoelens en de grote mate van gewenning ten aanzien van antilesbisch gedrag en uitingen. De slachtoffers die wel naar de politie gaan ervaren dit contact bijna allemaal als negatief. Geconcludeerd wordt dat een intensivering van de maatregelen om dit soort hate-crimes aan te pakken, hard nodig is.