Minderheidsstress bij homoseksuele, lesbische en biseksuele Amsterdammers
Auteur(s): Gwen van Husen, Henny Bos, Stephan Cremer
Minderheidsstress kan leiden tot een verminderd welbevinden onder homoseksuele, lesbische en biseksuele personen (HLB’s). Dit artikel geeft inzicht in de manieren waarop HLB’s minderheidsstress ervaren, welke copingstrategieën zij hanteren en welke invloed minderheidsstress heeft op hun psychosociale gezondheid. De dataverzameling geschiedde door middel van semigestructureerde interviews met tweeënveertig Amsterdamse HLB’s tussen 25-55 jaar. Vrijwel alle respondenten werden wel eens geconfronteerd met vervelende blikken, grapjes, opmerkingen en in enkele gevallen zelf agressiviteit op straat, op de werkvloer of binnen hun eigen culturele/religieuze gemeenschappen. Toch voelden veel respondenten zich gewaardeerd binnen de Amsterdamse maatschappij en gelijkwaardig ten opzichte van heteromannen en -vrouwen. Op de momenten dat ze wel negatief bejegend werden vanwege hun seksuele gerichtheid, konden ze daar goed mee omgaan door verschillende effectieve copingstrategieën toe te passen. Bij de respondenten die veel moeite hadden (gehad) om zichzelf te accepteren als HLB en bij respondenten die wekelijks tot maandelijks met minderheidsstress geconfronteerd werden, had minderheidsstress wel een negatieve invloed op hun psychosociale gezondheid. Ze voelden zich depressief, minderwaardig, angstig of hadden last van woedeaanvallen. Deze respondenten hadden behoefte aan meer weerbaarheid, meer zelfacceptatie en effectieve copingstrategieën om met minderheidsstress om te gaan.