Auteur(s): Camilla de Jong, Marloes van Goor, & Michelle van der Horst

Samenvatting

Seks onder invloed van alcohol en/of drugs komt veel voor. Mensen kunnen hier plezier en genot uit halen, zo worden ze losser en kunnen ze hun grenzen verkennen en verleggen. Het gebruik van middelen kan echter ook leiden tot (grote) grensvervaging, er kunnen dan vervelende en risicovolle situaties ontstaan. Zo is gebruik van alcohol of drugs niet alleen een risicofactor voor seksuele grensoverschrijding door de initiatiefnemer tot seks of seksuele handelingen, maar ook voor het niet goed meer kunnen bewaken van de eigen grenzen door de andere partij(en). Er is dan vaak sprake van spijt achteraf, of zelfs een beschuldiging van aanranding of verkrachting.
Het achteraf volledig reconstrueren van wat zich heeft afgespeeld kan erg lastig zijn. Dit kan verschillende redenen hebben. Zo zijn verkrachtingsmythen en victim blaming bekende fenomenen waardoor slachtoffers zich minder snel uitspreken, bagatelliseren wat er is gebeurd en/of geen aangifte durven te doen. De risico’s van middelengebruik in relatie tot grensoverschrijding moeten meer naar voren komen in preventieboodschappen. Zowel naar groepen die meer risico lopen om slachtoffer te worden van grensoverschrijdend gedrag als naar mensen die sneller grenzen van anderen overgaan na middelengebruik.

Alcohol- en drugsgebruik komt regelmatig voor in Nederland. Zo heeft 78% van de volwassen Nederlandse bevolking in 2021 wel eens alcohol gedronken, 8% cannabis gebruikt en 3.1% heeft XTC gebruikt (Trimbos-instituut & WODC., 2022). Deze middelen worden vaak gebruikt omdat men denkt of verwacht dat ze een positieve uitwerking hebben op seksuele ervaringen. Zo geven frequent uitgaande Europese jongvolwassen aan dat ze middelen gebruiken voor seksuele motieven (Bellis et al., 2008). De effecten, zoals het wegnemen van remmingen en grensvervaging, kunnen ook risico’s met zich meebrengen. Dit artikel gaat in op de verschillende kanten van middelengebruik in relatie tot seks(uele handelingen). Twee voorbeelden: 1) een middel als alcohol staat erom bekend dat het seksuele ontmoetingen vergemakkelijkt (Bellis et al., 2008), maar ook blijkt dat jonge onervaren adolescenten onder invloed van alcohol vaker onveilig vrijen (Dermen & Cooper, 2000; Weinhardt & Carey, 2000); 2) een middel als GHB (gamma-hydroxybutyraat) staat erom bekend euforische, ontspannende en seksueel stimulerende effecten te hebben (Nicholson & Balster, 2001). Bij dit middel is het risico op overdosering echter groot (Miotto et al., 2001).

Welke positieve effecten zijn te verwachten van middelengebruik en wanneer zorgt het middelengebruik voor of draagt het bij aan bijvoorbeeld grensoverschrijdend gedrag? Of zorgt druggebruik ervoor dat men dingen doet waar men later spijt van heeft? Toestemming (consent) is een belangrijk begrip als we praten over seks onder invloed. Consent is het vrijwillig instemmen met het voorstel of de wensen van een ander of anderen (Hanebutt, 2021; Willis & Jozkowski, 2019). Instemming is een belangrijk thema als we kijken naar het (verregaand) overschrijden van grenzen van een of meerdere kanten tijdens het hebben van seks of uitvoeren van seksuele handelingen, of dit nu onder invloed van middelen is of niet. Het achteraf correct reconstrueren van een gebeurtenis kan moeilijker zijn als (een van) de betrokkenen onder invloed waren en verhalen kunnen haaks staan op elkaar. Dit kan de manier waarop ‘de maatschappij’ kijkt naar grensoverschrijdend gedrag bemoeilijken.

Seks onder invloed – effecten, risico’s en motieven voor gebruik

Af en toe of regelmatig seks onder invloed van alcohol hebben komt voor in alle leeftijdsgroepen. Zo blijkt uit het rapport Seksuele gezondheid in Nederland 2017 van Rutgers (De Graaf & Wijsen, 2017) dat twee op de drie mannen en vrouwen (in de leeftijd van 18-80 jaar, resultaten niet uitgesplitst naar leeftijdsgroepen) in het afgelopen jaar wel eens seks hebben gehad nadat ze alcohol hadden gedronken. Alcohol kan stimulerend zijn voor het hebben van seks, onder meer omdat mensen zich na alcoholgebruik vaak vrijer en losser voelen, dit kan een motief zijn om te drinken (Bellis et al., 2008; Lees et al., 2020). Bij kleine hoeveelheden alcohol worden minder remmingen ervaren (Lees et al., 2020; Lovinger, 2008). Hierdoor staat men vaak meer open voor (nieuwe) ervaringen en worden minder gevoelens van schaamte gevoeld (Lovinger, 2008). Het gebruik van alcohol kan dan leiden tot het (sneller) hebben van onveilige seks. Dit vormt een risico voor onder andere het doen van dingen waar men achteraf spijt van heeft (Rehm et al., 2011).

Ook voor drugs geldt dat seksuele motieven een rol kunnen spelen. Het bewust onder invloed hebben van seks wordt ook wel chemseks genoemd (Glynn et al, 2018). We geven enkele voorbeelden van middelen die het meest worden gebruikt voor een positief effect op seks (Peugh & Belenko, 2001). Gebruikers van ecstasy geven aan dat het seksueel verlangen wordt vergroot en de intimiteit met de partner meer verdiept wordt. Verder worden het hebben van minder remmingen, meer opwinding en meer experimenteerdrang genoemd als motieven (Kerssemakers et al., 2008). Uit ander onderzoek bleek dat een kwart van de cannabisgebruikers aangaf dat zij dit middel onder meer gebruikten om seksuele ervaringen en opwinding te versterken. Dat gold vooral voor vrouwen en jongeren van 16-20 jaar (Bellis et al., 2008). Voorbeelden van motieven voor het gebruik van andere middelen zijn ontspanning en ontremming bij GHB (Nicholson & Balster, 2001), en poppers staan erom bekend dat ze vrijwel direct voor een kortstondig hevig geil gevoel zorgen en anale seks vergemakkelijken door spierontspanning (Schwartz, 2020).

Als we kijken naar Nederlandse jongeren onder de 25 jaar dan heeft twee tot vier procent een of meerdere keren seks gehad onder invloed van drugs (De Graaf & Wijsen, 2017). In tabel 1 zijn de cijfers van de andere middelen en verdeling volgens geslacht weergegeven.

Naast positieve effecten van drugs zijn er ook diverse risico’s te benoemen. Bij bijvoorbeeld GHB bestaat het risico dat men out gaat (bewusteloos raken). Bij GHB is namelijk het risico op overdosis erg groot, omdat het verschil tussen een recreatieve dosis en een overdosis klein is (Miotto et al., 2001).

Ook komt het voor dat men na een tijdje niet meer zonder alcohol of drugs in de juiste stemming kan komen om seks te hebben. ‘Nuchtere’ seks wordt dan saai gevonden. Dit kan leiden tot relatie- en/of seksuele problemen. Zo gaf 25% van de mannen die seks hebben met mannen in een onderzoek van Glynn en collega’s (2018) aan dat chemseks hun leven negatief beïnvloedt.

Tabel 1. Seks na het gebruik van alcohol, drugs of erectiepillen in de afgelopen 12 maanden (%)

schermafbeelding-2024-02-22-om-09.44.47

 

Seksueel risicogedrag

Een van de onderdelen van het Grote Uitgaansonderzoek 2013 van Goossens et al. (2013) was seksueel risicogedrag. Dit werd gedefinieerd als: seks zonder condoom met losse partner (onveilige seks) en/of seks of seksuele handelingen en spijt achteraf. Het bleek dat 31% van de respondenten in het afgelopen jaar op een uitgaansavond wel eens onveilige seks heeft gehad (11% had dat één keer meegemaakt, 17% een paar keer en 3% vaak). Verder had 18% in het afgelopen jaar op een uitgaansavond achteraf wel eens spijt van seks of een seksuele handeling (12% had dat één keer meegemaakt, 6% een paar keer en 0.4% vaak). In ongeveer de helft van de gevallen is alleen alcohol gedronken; 49% bij onveilige seks en 53% bij spijt achteraf. In ongeveer een derde van de gevallen was er sprake van drugsgebruik (al dan niet met alcohol), zie tabel 2.

Verder blijkt uit andere literatuur dat een hoge bloed-alcoholconcentratie niet altijd leidt tot het hebben van onveilige seks, terwijl hiertoe wel een grotere bereidheid was (Rehm et al., 2012). Dermen en Cooper (2000) en Weinhardt en Carey (2000) vonden dat vooral jonge seksueel onervaren jongvolwassenen onder invloed van alcohol vaker onveilig vrijen. Dit komt voornamelijk voor bij de eerste keer dat zij seks hebben (Dermen & Cooper, 2000; Weinhardt & Carey, 2000). Veel jongeren en jongvolwassen moeten hun grenzen nog vinden. Om te weten waar die grens ligt, experimenteren veel jongeren. Met als risico over die grens heen te gaan (Dermen & Cooper, 2000; Weinhardt & Carey, 2000).

Tabel 2. Middelengebruik van respondenten in procenten op een uitgaansavond in de afgelopen 12 maanden

schermafbeelding-2024-02-22-om-09.44.55

Seksuele grensoverschrijding

Seksuele grensoverschrijding is al het gedrag dat seksueel getint is en over iemands grens gaat, zoals bijvoorbeeld het blijven aandringen op seks of seksuele opmerkingen maken (Van Berlo & Van Beek, 2019). Seksueel geweld, een van de vormen van seksuele grensoverschrijding, is wat in de wet als aanranding en verkrachting is gedefinieerd. Een vijfde van de vrouwen en 6% van de mannen heeft weleens tegen hun wil penetratie (oraal, anaal of vaginaal) of manuele seks (aftrekken of vingeren) meegemaakt en/of is gedwongen om seksuele handelingen uit te voeren die ze niet wilden. 11% van de vrouwen heeft ooit geslachtsgemeenschap tegen haar wil gehad, tegenover 1% van de mannen. Het gebruik van middelen is een risicofactor voor grensoverschrijdende seks; bij 31% van de vrouwen die een grensoverschrijdende ervaring hebben en bij 23% van de mannen was er tijdens het meemaken van seksueel geweld middelengebruik in het spel, bij het slachtoffer en/of bij de pleger (De Graaf & Wijsen, 2017).

 

Casus en reflectie: Bewust alcohol gebruiken voor een los en ontspannen gevoel, met grensvervaging en spijt als gevolg
schermafbeelding-2024-02-22-om-09.45.08

Consent (toestemming) onder invloed en grensvervaging

Een belangrijk begrip bij het hebben van seks is consent (toestemming); een of meerdere personen stemmen vrijwillig in met het voorstel of de wensen van (een) ander(en) (Hanebutt, 2021; Willis & Jozkowski, 2019). Hierbij is het van belang dat alle betrokkenen weten wat ze aan het doen zijn of gaan doen en daar ook achter staan. Dat is lastiger als er sprake is van middelengebruik. Zo kan alcohol invloed hebben op in hoeverre iemand in staat is helder te communiceren, evenals het helder begrijpen van wat anderen willen (Strachman et al., 2009; Steele, 1990). Wie gedronken heeft, is geneigd om de eigen wensen op dit moment belangrijker te vinden dan de negatieve effecten die later pas komen (Rehm et al., 2011). Het hebben van seks kan op het moment zelf een goed of aantrekkelijk idee lijken, maar achteraf kan iemand spijt hebben en aangeven dat er in nuchtere staat geen seks zou hebben plaatsgevonden. Zie de beschrijving van zo’n casus in bovenstaand kader.

Het zich niet herinneren van het geven van toestemming kán leiden tot een beschuldiging van verkrachting. Een teveel aan alcohol bijvoorbeeld, kan zich uiten in het zich niet meer goed kunnen herinneren (grey out) of helemaal niet kunnen herinneren van een gebeurtenis (black out) (Flowe et al., 2019; Jores et al., 2019). Uit experimenteel onderzoek blijkt dat als mensen twee drankjes dronken (of dachten twee drankjes te hebben gedronken) zich een week later minder details konden terughalen van een gebeurtenis. Echter, ze gaven geen incorrecte of misleidende informatie (Flowe et al., 2019; Jores et al., 2019). Slachtoffers van verkrachting die zelf (vrijwillig) onder invloed waren van middelen zoeken minder vaak (medische) hulp, erkennen het incident minder vaak als verkrachting en gaan minder vaak naar de politie dan slachtoffers van verkrachting die niet onder invloed waren (Cohn et al., 2012; Walsh et al., 2016). Slachtoffers van verkrachting die wel aangifte doen en die als gevolg van het middelengebruik het bewustzijn (tijdelijk) verloren tijdens de gebeurtenis, zetten het politieonderzoek minder vaak door (Kelley & Campbell, 2013; Lapsey Jr et al., 2021).

Of grenzen vervagen en of het vragen of geven van toestemming al dan niet plaatsvindt, is zelden alleen aan middelengebruik toe te schrijven (Dalgarno & Shewan, 2005; Hartogsohn, 2017). Het effect van alcohol en drugs wordt namelijk niet alleen bepaald door het middel zelf (soort en hoeveelheid), maar ook door factoren als verwachting, ervaring, stemming en de omgeving waarin het middel wordt gebruikt (Dalgarno & Shewan, 2005; Hartogsohn, 2017). Deze mix van factoren kan dus per persoon erg verschillen en kan er ook toe leiden dat mensen geen oog meer hebben voor de wensen en grenzen van een ander of van henzelf. Het kan zijn dat ze zich dan schuldig maken aan grensoverschrijding, zonder die intentie te hebben.

Er kán echter wel sprake zijn van verkeerde intenties. Ook kan schaamte een rol spelen: als men spijt heeft van gedragingen onder invloed achteraf en/of zich hiervoor schaamt, kan het zijn dat men de schuld voor dit gedrag op een ander wil afschuiven door iemand te beschuldigen van drink spiking: iemand doet alcohol of drugs in andermans drankje zonder dat die persoon dat weet. In Nederland spreken we van drogeren. Iemand drogeren is een misdrijf en valt volgens de wet onder (zware) mishandeling (Bosman et al., 2011; Prego-Meleiro et al., 2020). Als iemand gedrogeerd wordt, gebeurt dit meestal tijdens het uitgaan of op een (huis)feestje. Een slachtoffer kan verschillende klachten ervaren zoals geheugenverlies/black-out, misselijkheid, overgeven of bewusteloosheid. De klachten verschillen per individu, dit heeft (ook) te maken met de eerder genoemde combinatie van factoren zoals verwachting, omgeving, lichamelijke en geestelijke gesteldheid, (Dalgarno & Shewan, 2005; Hartogsohn, 2017). Mensen die gedrogeerd denken te zijn hebben ook vaak alcohol gebruikt én scoren vaak negatief op een drugstest. Dit versterkt het idee dat alcohol ook regelmatig de reden kan zijn dat mensen denken dat ze gedrogeerd zijn (Trimbos-instituut, 2021). In een studie van Bosman et al. (2011), waarin zij onderzochten welke soorten drugs werden aangetroffen in bloed- en urinemonsters van slachtoffers van vermeende aanranding, werden doorgaans hoge concentraties alcohol gevonden. In deze studie werden 135 casussen geïncludeerd waarbij mensen aangaven dat ze zonder toestemming middelen toegediend hadden gekregen, waarna ze aangerand of verkracht werden (Bosman et al., 2011). Van de slachtoffers was 94% vrouw en de gemiddelde leeftijd was 25 jaar. In 73% van de gevallen werd alcohol of drugs aangetroffen. Het ging hier in de meeste gevallen om alcohol en/of cannabis, gevolgd door cocaïne en MDMA (XTC) (Bosman et al., 2011). Drink spiking is erg lastig te bewijzen, stoffen als GHB verdwijnen namelijk snel uit het bloed en uit de urine (Bosman et al., 2011; Prego-Meleiro et al., 2020).

Verkrachtingsmythen en victim blaming

Wat meespeelt bij grensoverschrijdende seks is hoe ‘men’ of ‘de maatschappij’ veelal aankijkt tegen dit soort gebeurtenissen. Zo zijn verkrachtingsmythen een bekend fenomeen (Ryan, 2019). Dit zijn stereotiepe, bevooroordeelde en doorgaans onjuiste aannames die mensen hebben ten opzichte van verkrachting (WELLWVU The Students’ Center of Health, 2017) en die seksueel geweld tegen vrouwen rechtvaardigen (Lonsway & Fitzgerald, 1994). Een voorbeeld is “Als de man de drankjes betaalt, mag hij wel seks als dank verwachten’’. Verkrachtingsmythen worden vaker aangehaald als het slachtoffer vrouwelijk is (Ryan, 2019; Struckman-Johnson & Struckman-Johnson, 1992). Daarnaast geven mensen vaker aan dat verkrachting de eigen schuld was van het slachtoffer als zij een drankje had geaccepteerd van de dader, al helemaal als zij dit drankje had geaccepteerd van een (bijna) vreemde versus van een bekende (Romero-Sánchez et al., 2017; Ryan, 2019). Dit wordt ook wel victim blaming genoemd (letterlijke betekenis = het slachtoffer de schuld geven). Onderzoek naar victim blaming onder mannelijke slachtoffers is beperkt voorhanden (Walfield, 2021). Wel vonden Turchik en Edwards (2012) dat er vaker wordt gezegd dat de verkrachting bij mannelijke slachtoffers hun eigen schuld is. Of er middelen in het spel zijn geweest, kan veel uitmaken in het oordeel van ‘de maatschappij’. Zo vonden Angelo en collega’s (2016) dat men de dader crimineler en het slachtoffer minder verwijtbaar vond wanneer het slachtoffer was gedrogeerd.

Discussie

Sommige mensen experimenteren graag met seks onder invloed. Dat seks onder invloed echter ook een donkere kant heeft, is evident. Zo is men niet altijd meer in staat om een situatie juist in te schatten, toestemming te vragen of geven, of op de rem te trappen wanneer grenzen worden overschreden. Dit vormt een risico voor seksuele grensoverschrijding. Professionals die zich bezighouden met preventie van grensoverschrijdend gedrag moeten kennis bezitten over de effecten van alcohol en drugs. Op die manier kunnen de effecten op eventueel grensoverschrijdend gedrag worden meegenomen in preventieboodschappen om mensen bewust te maken van deze effecten.

Bij beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag, kunnen betrokkenen lijnrecht tegenover elkaar komen te staan. Zaken als het niet hebben van een heldere herinnering van het gebeurde, schaamte, of het verkeerd interpreteren van signalen bemoeilijken dit proces. In het geval van seksuele grensoverschrijding is de intentie van de vermeende ‘dader’ niet per definitie verkeerd geweest. Daarom is het zo belangrijk om, hoe aantrekkelijk een situatie ook kan zijn, zich ervan te vergewissen dat alle partijen instemmen met seks of seksuele handelingen vóórdat deze plaatsvinden. Het komt helaas ook voor dat de intentie wél verkeerd was. Het kan gebeuren dat mensen andermans grenzen bewust overschrijden, vooral als iemand door het onder invloed zijn minder weerbaar of toerekeningsvatbaar is. Daarom is grondig onderzoek altijd nodig. Hierin is het van cruciaal belang dat het vermeende slachtoffer zich gehoord voelt en dat gevoelens van schaamte worden weggenomen. En dat de vermeende dader ook de kans krijgt zijn of haar verhaal te doen.

Belangrijk om zich te realiseren is dat de reikwijdte van deze beschouwing zich beperkt tot wat er bekend is over alcohol en drugs in relatie tot seksueel grensoverschrijdend gedrag. Dit vraagstuk omhelst uiteraard veel meer dan alleen middelengebruik. Een brede discussie is nodig over hoe we als maatschappij naar grensoverschrijdend gedrag kijken, hoe we hiermee om willen gaan en waar de oplossing ligt.

Dankbetuiging: Met dank aan Ninette van Hasselt en Janneke van der Avoort.

Literatuur

Angelone, D. J., Mitchell, D., Smith, D. (2016). The Influence of Gender Ideology, Victim Resistance, and Spiking a Drink on Acquaintance Rape Attributions. Journal of Interpersonal Violence, 33(20), 3186-3210. doi:10.1177/0886260516635318

Bellis, M. A., Hughes, K., Calafat, A., Juan, M., Ramon, A., Rodriguez, J. A., ... & Phillips-Howard, P. (2008). Sexual uses of alcohol and drugs and the associated health risks: a cross sectional study of young people in nine European cities. BMC public health, 8(1), 1-11.

Bosman, I. J., Verschraagen, M., & Lusthof, K. J. (2011). Toxicological findings in cases of sexual assault in the Netherlands*. Journal of Forensic Sciences, 56(6), 1562–1568. https://doi.org/10.1111/j.1556-4029.2011.01888.x

Clackett, S., Hammoud, M. A., Bourne, A., Maher, L., Haire, B., Jin, F., Lea, T., Degenhardt, L., Bath, N., Mackie, B., Batrouney, C., & Prestage, G. (2018). Flux: Following lives undergoing change 2014–2017 surveillance report. The Kirby Institute, UNSW, Sydney. https://kirby.unsw.edu.au/sites/default/files/kirby/report/Flux-2014-2017-Report.pdf

Cohn, A. M., Zinzow, H. M., Resnick, H. S., & Kilpatrick, D. G. (2012). Correlates of reasons for not reporting rape to police. Journal of Interpersonal Violence, 28(3), 455–473. https://doi.org/10.1177/0886260512455515

Dalgarno, P., & Shewan, D. (2005). Reducing the risks of drug use: The case for set and setting. Addiction Research & Theory, 13(3), 259-265.

De Graaf, H., & Wijsen, C. (2017). Seksuele gezondheid in Nederland 2017. Uitgeverij Eburon. https://rutgers.nl/wp-content/uploads/2021/03/Seksuele-Gezondheid-in-Nederland-2017.pdf

Flowe, H. D., Humphries, J. E., Takarangi, M. K., Zelek, K., Karoğlu, N., Gabbert, F., & Hope, L. (2019). An experimental examination of the effects of alcohol consumption and exposure to misleading postevent information on remembering a hypothetical rape scenario. Applied Cognitive Psychology, 33(3), 393–413. https://doi.org/10.1002/acp.3531

Gardner, E.L. (2011). Introduction: Addiction and Brain Reward and Anti-Reward Pathways. Advances in Psychosomomatic Medicine, 30, 22–60. https://doi.org/10.1159/000324065

Glynn R. W., Byrne N., O’Dea S., Shanley, A.. Codd, M., Keenan, E. Ward, M., Igoe, D., Clarke, S. (2018). Chemsex, risk behaviours and sexually transmitted infections among men who have sex with men in Dublin, Ireland. International Journal of Drug Policy, 52, 9-15. doi:10.1016/j.drugpo.2017.10.008

Goossens, F. X., Frijns, T., Van Hasselt, N. E., & Van Laar, M. W. (2013). Het grote uitgaansonderzoek 2013. Trimbos-instituut Utrecht. https://s8g5q4b2.rocketcdn.me/pdf-content/2015/12/Het-Grote-Uitgaansonderzoek-2013.pdf

Hanebutt, R. (2021). Beyond the binaries of sexual consent. Communicating Intimate Health, 99-118.

Hartogsohn, I. (2017). Constructing drug effects: A history of set and setting. Drug Science, Policy and Law, 3, 2050324516683325.

Jores, T., Colloff, M. F., Kloft, L., Smailes, H., & Flowe, H. D. (2019). A meta-analysis of the effects of acute alcohol intoxication on witness recall. Applied cognitive psychology, 33(3), 334-343.

Kelley, K. D., & Campbell, R. (2013). Moving on or dropping out: Police processing of adult sexual assault cases. Women & Criminal Justice, 23(1), 1–18. https://doi.org/10.1080/08974454.2013.743365

Kerssemakers, R., Van Meerten, R., Vervaeke, H., & Noorlander, E. A. (2015). Drugs en alcohol; Gebruik, misbruik en verslaving. Bohn Stafleu van Loghum.

Lapsey Jr, D. S., Campbell, B. A., & Plumlee, B. T. (2021). Focal concerns and police decision making in sexual assault cases: A systematic review and meta-analysis. Trauma, Violence, & Abuse, 1524838021991285.

Lees, B., Meredith, L. R., Kirkland, A. E., Bryant, B. E., & Squeglia, L. M. (2020). Effect of alcohol use on the adolescent brain and behavior. Pharmacology Biochemistry and Behavior, 192, 172906.

Lonsway, K. A., & Fitzgerald, L. F. (1994). Rape myths in review. Psychology of Women Quarterly, 18, 133-164. doi:10.1111/j.1471-6402.1994.tb00448.x

Lovinger, D. M. (2008). Communication networks in the brain: neurons, receptors, neurotransmitters, and alcohol. Alcohol Research & Health.

Miotto, K., Darakjian, J., Basch, J., Murray, S., Zogg, J., Rawson, R. (2001). Gamma-hydroxybutyric acid: Patterns of use, effects and withdrawal. The American Journal on Addictions, 10 (3), pp. 232-241.

Nicholson, K. L., Balster, R.L. (2001). GHB: A new and novel drug of abuse. Drug and Alcohol Dependence, 63 (1), pp. 1-22

Peugh, J., & Belenko, S. (2001). Alcohol, drugs and sexual function: a review. Journal of psychoactive drugs, 33(3), 223-232.

Prego-Meleiro, P., Montalvo, G., Quintela-Jorge, Ó., & García-Ruiz, C. (2020). Increasing awareness of the severity of female victimization by opportunistic drug-facilitated sexual assault: A new viewpoint. Forensic science international, 315, 110460.

Rehm, J., Shield, K. D., Joharchi, N., & Shuper, P. A. (2011). Alcohol consumption and the intention to engage in unprotected sex: Systematic review and meta-analysis of experimental studies. Addiction, 107(1), 51–59. https://doi.org/10.1111/j.1360-0443.2011.03621.x

Romero-Sánchez, M., Krahé, B., Moya, M., & Megías, J. L. (2017). Alcohol-related victim behavior and rape myth acceptance as predictors of victim blame in sexual assault cases. Violence Against Women, 24(9), 1052–1069. https://doi.org/10.1177/1077801217727372

Ryan, K. M. (2019). Rape mythology and victim blaming as a social construct. In Handbook of sexual assault and sexual assault prevention (pp. 151-174). Springer, Cham.

Schwartz, C., Fast, D., & Knight, D. (2020). Poppers, queer sex and a Canadian crackdown: Examining the experiences of alkyl nitrite use among young sexual minority men. The International Journal on Drug Policy, 77. 102670. https://doi.org/10.1016/j.drugpo.2020.102670

Steele, C. M., & Josephs, R. A. (1990). Alcohol myopia: Its prized and dangerous effects. American Psychologist, 45(8), 921–933. https://doi.org/10.1037/0003-066X.45.8.921

Strachman, A., Impett, E. A., Henson, J. M., & Pentz, M. A. (2009). Early adolescent alcohol use and sexual experience by emerging adulthood: a 10-year longitudinal investigation. Journal of Adolescent Health, 45(5), 478-482.

Struckman-Johnson, C. & Struckman-Johnson, D. (1992). Acceptance of male rape myths among college men and women. Sex Roles, 27(3), 85-100.

Trimbos-instituut. (2019). Het verslavende effect van alcohol. Expertisecentrum Alcohol. Geraadpleegd op 7 maart 2022, van https://expertisecentrumalcohol.trimbos.nl/items/details/het-verslavende-effect-van-alcohol

Trimbos-instituut (2021). Ben ik gedrogeerd? Alles wat je moet weten. Drugs Infolijn. Geraadpleegd op 7 maart 2022, van https://www.drugsinfo.nl/vraag/ben-ik-gedrogeerd-alles-wat-je-moet-weten

Trimbos-instituut & WODC (2022). Kerncijfertabel Gezondheidsenquête 2021 - Nationale Drug Monitor. Nationale Drug Monitor. Geraadpleegd op 11 maart 2022, van https://www.nationaledrugmonitor.nl/kerncijfertabel-gezondheidsenquette-2021/

Turchik, J. A., & Edwards, K. M. (2012). Myths about male rape: A literature review. Psychology of Men & Masculinity, 13(2), 211–226. https://doi.org/10.1037/a0023207

Van Berlo, W., & Van Beek, I. (2019, mei). Seksuele grensoverschrijding en seksueel geweld: feiten en cijfers. Rutgers en MOVISIE. https://seksuelevorming.nl/wp-content/uploads/2022/01/190620-whitepaper-seksuele-grensoverschrijding-en-seksueel-geweld.pdf

Walsh, K., Zinzow, H. M., Badour, C. L., Ruggiero, K. J., Kilpatrick, D. G., & Resnick, H. S. (2016). Understanding disparities in service seeking following forcible versus drug- or alcohol-facilitated/incapacitated rape. Journal of Interpersonal Violence, 31(14), 2475–2491. https://doi.org/10.1177/0886260515576968

Vengeliene, V., Bilbao, A., Molander, A., & Spanagel, R. (2008). Neuropharmacology of alcohol addiction. British Journal of Pharmacology, 154(2), 299-315. https://doi.org/10.1038/bjp.2008.30

Walfield, S. M. (2021). “Men cannot be raped”: Correlates of male rape myth acceptance. Journal of interpersonal violence, 36(13-14), 6391-6417.

WELLWVU The Students’ Center of Health. (2017). Rape Myths and Facts. West Virginia University. Geraadpleegd op 1 maart 2022, van https://web.archive.org/web/20170420122045/http:/well.wvu.edu/articles/rape_myths_and_facts

Willis, M., & Jozkowski, K. N. (2019). Sexual precedent’s effect on sexual consent communication. Archives of Sexual Behavior, 48(6), 1723-1734.