Auteur(s): Tabea M. Zorn & Charmaine Borg

Samenvatting

Van 30 juni tot 2 juli vond het “16th congress of the European Federation of Sexology (EFS)” plaats in Aalborg, Denemarken. Het programma was gevuld met een veelheid aan presentaties over nieuw onderzoek, klinische casusbesprekingen en workshops over verschillende soorten therapieën, gegeven door seksuologen, seksonderzoekers en gynaecologen. Met 209 deelnemers heerste er een vertrouwde sfeer. Er waren 30 landen uit heel Europa vertegenwoordigd, wat een gevoel van internationale samenhorigheid met zich meebracht. In dit artikel wil ik de belangrijkste take-home-messages van het congres met u delen. 

 

Van 30 juni tot 2 juli vond het “16th congress of the European Federation of Sexology (EFS)” plaats in Aalborg, Denemarken. Het programma was gevuld met een veelheid aan presentaties over nieuw onderzoek, klinische casusbesprekingen en workshops over verschillende soorten therapieën, gegeven door seksuologen, seksonderzoekers en gynaecologen. Met 209 deelnemers heerste er een vertrouwde sfeer. Er waren 30 landen uit heel Europa vertegenwoordigd, wat een gevoel van internationale samenhorigheid met zich meebracht. In dit artikel wil ik de belangrijkste take-home-messages van het congres met u delen.  

Remziye Kunelaki uit Engeland deelde drie klinische gevallen waarin zij als seksuoloog fouten had gemaakt. In het eerste geval werd ze bang voor de cliënt, in het tweede geval werd ze te enthousiast omdat ze voor het eerst een cliënt met pedofilie behandelde en in het laatste geval werd ze overbeschermend naar de cliënt. Het was heel inspirerend om iemand zo openlijk te horen praten over haar 'mislukkingen' als therapeut, want falen doen we allemaal wel eens. Belangrijke boodschappen waren dat grenzen belangrijk zijn en dat je moet oppassen als je dingen doet die buiten de norm vallen in therapie (bijvoorbeeld de ene cliënt meer bieden dan de andere). Ook is klinische supervisie van cruciaal belang. Het kan goed zijn om naar andere therapeuten te verwijzen als een zaak te dichtbij komt en het is nooit te laat om om zelf in therapie te gaan.

De volgende lezing die indruk op me maakte, was van Mijal Luria, gynaecologe uit Israel. Zij sprak over gynaecologisch geweld, ofwel negatieve en gewelddadige ervaringen die vrouwen opdoen tijdens gynaecologisch onderzoek. Luria’s missie is om patiënten in staat te stellen voor zichzelf op te komen en hun grenzen tijdens de behandeling aan te geven. Ook wil zij gynaecologen ervan bewustmaken dat zij deze grenzen moeten bewaken. Een eenvoudige stap als gynaecoloog is het volgen van het principe: “Tell, show, do”. Dus voordat je een handeling voorstelt (bijv. iets inbrengen in de vagina), eerst zeggen wat je gaat doen en ook eerst laten zien wat je gaat doen. Een ander advies was de patiënt al aan het begin uitnodigen om aan te geven wanneer iets te veel wordt. 

Vanuit het lokale organisatiecomité in Aalborg gaven Astrid Hojgaard en Maria Lucia Pop een workshop over genderbevestigende therapie. Zij bespraken hoe pijnlijk het voor veel transgenders is als iemand het verkeerde voornaamwoord gebruikt (deadnaming). Tegelijkertijd kan de ontmoeting met transgenders voor mensen aanvoelen als een 'mijnenveld', omdat ze niet weten wat de juiste manier is om naar de transgender te verwijzen - ze zijn dus bang om iets verkeerd te zeggen of te doen. Bijna iedereen heeft wel eens de onzekerheid ervaren hoe een transgender man of vrouw te noemen omdat de geslachtskenmerken niet duidelijk waren. En bijna iedere professional kent waarschijnlijk wel de angst om de persoon verkeerd aan te spreken en daarmee te kwetsen.

In de workshop gebruikten Hojgaard en Pop de Stroop-taak als methode om te illustreren waarom het zo moeilijk is voor mensen om zich aan te passen aan een veranderend/veranderd voornaamwoord. De alombekende Stroop-taak laat zien dat het moeilijker is om de inktkleur van een kleurwoord te benoemen als er een mismatch is tussen de inktkleur en het woord. Wanneer bijvoorbeeld het woord groen met oranje inkt is afgedrukt, duurt het veel langer om het woord groen correct uit te spreken dan wanneer het met groene inkt is afgedrukt. Hetzelfde geldt voor transgenders. Mensen hebben geleerd bepaalde attributen (bv. lengte, gezichtsbeharing, lichaamsdelen) te verbinden aan een specifiek geslacht en zodra zij zich van die attributen moeten losmaken, duurt het langer om naar het 'juiste' geslacht/voorvoegsel te verwijzen. De analogie met de Stroop-taak is een instrument dat Hojgaard en Pop in hun seksuologie centrum in Aalborg vaak gebruiken om aan transgenders uit te leggen waarom mensen problemen hebben met de correcte gendering van hun sekse. Als cliënten eenmaal zelf de Stroop-taak doen, kunnen ze beter begrijpen waarom bijvoorbeeld anderen hen onbedoeld blijven deadnamen.

Indrukwekkend was de presentatie over seksuele walging van Charmaine Borg

Zij bracht de toehoorders eerst naar de context van de Covid-19 pandemie. Tijdens de pandemie leerden we allemaal om afstand te houden van mensen, niets aan te raken wat mogelijk besmettelijk was en vaak onze handen te wassen. In dat licht is walging zeer functioneel: het beschermt ons tegen besmetting in de buitenwereld. In geval van walging vermijden we de verontreinigende stof om afstand te scheppen tussen onszelf en de verontreinigende stof.  Borg legde vervolgens uit dat problemen ontstaan als 'de verkeerde' soort stimuli walging opwekken (bijv. door een negatief seksueel trauma of door veranderingen in het lichaam van de partner). Walging is veel resistenter tegen blootstellingstherapie dan angst. Waar in experimenten met angst, de angst na blootstelling significant afnam, was dit bij walging niet het geval. Om walging te verminderen is meer nodig dan blootstelling, zoals extra veiligheidsinformatie (bijv. iemand observeren die in contact komt met de walgelijke stimuli). Borg paste dit verklarend kader toe op seksuele problemen zoals genitale pijn en benadrukte het belang van seksuele opwinding om walging te verminderen. Dat geldt ook in sekstherapie: 'Het is beter te investeren in het verhogen van seksuele opwinding dan in het uitdoven van walging'. In deze context haal ik graag mijn favoriete citaat van het congres aan. Woet Gianotten vertelde in een presentatie over de gezondheidsaspecten van kussen en andere vormen van orale seks: There is a lot of arousal at the edge of our comfort zone.

Een andere interessante presentatie kwam van Ronit Aloni uit Israël. Zij sprak over contextuele seksualiteit en relatiekeuzes van Mosou-vrouwen uit Zuidwest-China. In hun cultuur heersen de vrouwen en volgt alles de moederlijke bloedlijn. Mannen zijn slechts 'spermadonoren' en er zijn geen vaste romantische relaties. Aloni heeft met deze vrouwen geleefd en verschillende kwalitatieve onderzoeken met hen gedaan. Zij ontdekte dat deze vrouwen seksualiteit niet in het middelpunt van hun cultuur plaatsen. Er is geen druk om seksualiteit te beleven. Interessant is dat de meeste vrouwen geen pijn, gebrek aan verlangen of gebrek aan opwinding ervaren zoals in onze samenleving. Ook zijn er in de cultuur geen woorden voor genot of orgasmen. Mosou vrouwen beschrijven seks als een gevoel van het hele lichaam waarbij je sterk wordt en geluk ervaart.

Het meest emotionele moment van het congres was zonder twijfel de uitreiking van de gouden medaille aan Ellen Laan, die begin dit jaar aan kanker is overleden. Mehmet Sungur, de huidige voorzitter van de EFS, overhandigde Mario ter Smitten, de echtgenoot van Ellen Laan, een gouden medaille voor haar levenswerk: “Uw licht zal de seksualiteit van vrouwen en seksueel genot voor altijd verlichten.” Patricia Pascoal die onder begeleiding van Laan promoveerde herinnerde, zich met tranen in haar ogen het belangrijkste wat Laan haar geleerd heeft: “Laat de data spreken.” Als onderdeel van de ceremonie nam Woet Gianotten ons mee in het verhaal hoe Ellen Laan zich opwerkte als eerste academicus in haar familie. Ellen Laan kreeg postuum een lange staande ovatie en haar man zei na afloop: “Er is zoveel respect voor Ellen. Voor haar als persoon, en voor alles wat ze heeft gedaan en bereikt. Ellen wordt herinnerd als een warme, betrokken collega en mentor, altijd steunend en respectvol. Zij is en blijft een rolmodel voor velen.”

Voor mij was een persoonlijk hoogtepunt van de conferentie toen ik Charmaine Borg verving om een workshop in te leiden over Acceptance and Commitment Therapy door Tal Peleg Sagy uit Israël. Het was een bijzonder gevoel om voor iedereen op het podium te staan, de microfoon te gebruiken, de tijd bij te houden en de spreker te helpen als er een technisch probleem was en het publiek vermaakt moest worden. Later kreeg ik positieve commentaren en het voelde voor mij als een belangrijke stap naar groei in het academisch veld. Een ander hoogtepunt was het congresdiner aan het eind. Het was een prachtige afsluiting van het congres met verfijnde smaak, goede muziek en veel plezier. 

Tot slot nog enige relevante informatie. Charmaine Borg en Sam Geuens zijn verkozen als deel van het executive committee van de EFS - zodat de NVVS en de VVS de komende vier jaar actief vertegenwoordigd zullen zijn in de EFS. Borgs conclusie van het congres: 'Met dit congres heeft de EFS echt een topprestatie geleverd. Dank aan de voorzitters van het Scientific Committee, Evie Kirana en Mijal Luria! Het was het beste EFS-congres waar ik ooit ben geweest.' 
Het volgende EFS-congres zal over twee jaar plaatsvinden in Bologna, Italië.

Het volgende congres van de World Association of Sexual Health zal in november 2023 plaatsvinden in Antalya, een Turkse badplaats aan de Middellandse Zee.
Het eerstvolgende Europese cogres is dat van de ESSM van 16-18 februari 2023 in Rotterdam. 

Ik kan u uit eigen ervaring alvast verzekeren dat het de moeite waard is om deel te nemen aan het volgende EFS congres. Het congres biedt zoveel mogelijkheden tot netwerken. Ik heb talrijke nieuwe connecties gemaakt, interessante gesprekken gevoerd, en ik heb nieuwe kennis en inspiratie opgedaan voor mijn toekomstige werk. Het is magisch als je eenmaal in een omgeving bent waar mensen uit heel Europa gepassioneerd zijn over één onderwerp: seks.

Dank aan Woet Gianotten voor het idee en de steun bij dit congresverslag.