Validatiestudie van de Nederlandse versie van de Hypersexual Behavior Inventory (HBI-19)

Auteur(s): Osman Yetis, Wim Waterink, & Piet van Tuijl
Hyperseksualiteit bij individuen kan leiden tot problemen bij henzelf of anderen. De Hypersexual Behaviour Inventory (HBI-19) wordt gebruikt om hyperseksualiteit te meten. Het doel van dit onderzoek is de psychometrische eigenschappen van een nieuwe vertaling van de HBI-19 te bepalen. Deelnemers in twee steekproeven (algemene populatie (N = 1211) en populatie met vermoeden van hyperseksualiteit (N = 459)) werd de vragenlijst online voorgelegd. De interne consistentie en constructvaliditeit zijn bepaald met Cronbachs alfa’s en confirmatieve factoranalyses. Voor convergente en divergente validiteit en test-hertest betrouwbaarheid zijn correlaties berekend. ROC-curves zijn gebruikt om een mogelijke grenswaarde voor hyperseksualiteit vast te stellen.
De interne consistentie en confirmatieve factoranalyses bevestigen de factorstructuur van de HBI-19. Sterke correlaties tussen (subschalen van) HBI-19 en CSBD-19 suggereren een goede convergente validiteit. De divergente validiteit met cognitieve klachten was goed in de steekproef uit de algemene populatie. De test-hertest betrouwbaarheid was goed. Mogelijke grenswaarden voor de HBI-19 waren 53 (algemene populatie) en 61 (vermoeden van hyperseksualiteit).
De validiteit en betrouwbaarheid van de nieuwe Nederlandstalige HBI-19 zijn vergelijkbaar met eerder gevonden psychometrische eigenschappen van de Engelstalige, Spaanse, Italiaanse en Duitse vertalingen. Het lijkt een betrouwbaar instrument te zijn om hyperseksualiteit te meten.
Trefwoorden: hyperseksualiteit, HBI-19, psychometrische eigenschappen, validatiestudie