Auteur(s): Willemijn Cobben, Jenneke van Ditzhuijzen, Marianne Cense, Hester Pastoor, Linda Dekker, Pascalle Heijligenberg & Mirthe Verbeek
Donderdag 12 oktober vond het tweede SEKSO1 symposium plaats op de Erasmus Universiteit Rotterdam. Dit jaar waren zowel onderzoekers uit Nederland als Vlaanderen aanwezig.
Meer lezen?
Donderdag 12 oktober vond het tweede SEKSO symposium plaats op de Erasmus Universiteit Rotterdam. Dit jaar waren zowel onderzoekers uit Nederland als Vlaanderen aanwezig. Oprichters Jenneke van Ditzhuijzen (Universiteit Utrecht & Amsterdam UMC) en Marianne Cense (Rutgers Kenniscentrum Seksualiteit) leidden het symposium in. Kort werd het thema van het symposium geïntroduceerd. Dit jaar: Sociale Veiligheid & Oppositie. Dit thema werd in de vorige bijeenkomst door de aanwezige SEKSO leden als één van de belangrijkste genoemd, en is daarnaast erg actueel. De afgelopen jaren ervaren seksualiteitsonderzoekers steeds meer oppositie. Verbinding zoeken met elkaar is daarom van groot belang. Dit symposium had onder andere als doel deze verbinding te bewerkstelligen en uitwisseling tussen onderzoekers te stimuleren. Daarnaast beoogden de oprichters de mogelijkheid te bieden elkaar te inspireren en van elkaar te leren, in dit geval over hoe anderen omgaan met oppositie. Ook moest deze bijeenkomst vooral voelen als een ‘warm bad’, waarbij leden elkaar steun konden bieden. Als laatste had dit symposium als doel de rol van SEKSO binnen dit thema te ontdekken; wat hebben de aanwezigen nodig van SEKSO?
Symposium Opening
Het symposium werd geopend door Samira van Bohemen (Erasmus Love Lab, Erasmus Universiteit Rotterdam). Zij verwelkomde de aanwezigen op de gastuniversiteit en stipte een paar spirit-punten aan van het Erasmus Love Lab, welke ook van belang zijn voor collega’s die onderzoek doen op het gebied van seksualiteit: hoogwaardig onderzoek kunnen doen, met impact, op een ethische manier. Ook benadrukte zij het belang van serieus genomen worden en van het niet gedramatiseerd worden van seksonderzoek. Publieke discours moet recht doen aan de resultaten van onderzoek. Zij benoemde dat alle aanwezigen waarschijnlijk in aanraking zijn gekomen met onderzoek dat anders geïnterpreteerd werd dan bedoeld, en dat dit angst kan inboezemen, met name als je nog geen handvatten hebt om hier adequaat op te reageren. Zij sprak de hoop uit dat deze bijeenkomst enige uitkomst zou bieden, en wenste alle aanwezigen een fascinerende bijeenkomst toe.
Marianne nodigde hierna de aanwezigen uit om een aantal vragen te beantwoorden zodat men duidelijk kreeg wie er in de zaal aanwezig waren. Ongeveer de helft van de aanwezigen werkte binnen gender- en seksediversiteitsonderzoek, daarnaast waren er tenminste 5 onderzoekers binnen elk van de volgende thema’s aanwezig: seksuele ontwikkeling van jongeren; LHBTQI+ vraagstukken; onbedoelde zwangerschap en abortus; SOA’s en HIV; seksueel geweld; en cultuur en religie.
De huidige staat van SEKSO werd kort aangehaald. SEKSO is groeiende; sinds de vorige bijeenkomst zijn er een aantal ambassadeurs aangesloten die zich de afgelopen tijd mede hebben ingezet voor het organiseren van dit symposium. Daarnaast is behalve Nederland nu ook Vlaanderen bij SEKSO betrokken, waardoor tijdens dit symposium ook meerdere Vlaamse collega’s aanwezig waren. Er zijn artikelen verschenen over SEKSO en er is subsidie van het FWOS verkregen om SEKSO verder te laten groeien. De volgende korte termijn doelen staan op de agenda: als netwerk zichtbaarder worden, zelfstandiger worden, en een platform creëren voor het netwerk in de vorm van een website. Een aantal vragen staan nog open: Willen we een stichting worden? Wat moet de website bieden? Hoe zijn we laagdrempelig voor elkaar maar niet gemakkelijk te traceren voor kwaadwillenden? Marianne en Jenneke roepen de leden op om mee te denken.
Vervolgens werd nog de nadruk gelegd op de sfeer van de dag. Het symposium moest dienen als een safe space. De verhalen waren vertrouwelijk, er diende geen intimidatie of discriminatie plaats te vinden, en eenieder werd geacht respectvol en niet-oordelend tegenover elkaar te zijn. Als laatste onderdeel van de opening werd Willemijn Lambert voorgesteld, die de dag visueel vast heeft gelegd (zie de visual).
KEYNOTE: Het mijnenveld rondom seksonderzoek – Margo Bakker
Margo Bakker was de keynote spreker van de dag. Zij werkt al 6 jaar met het thema oppositie tegen seksuele rechten, en is de leider van de werkgroep Dealing with Opposition bij Rutgers. Tijdens haar presentatie zette zij uiteen wie de oppositie is, wat hun doel is, en hoe zij te werk gaan, en als laatste wat je hierdoor kan verwachten als seksonderzoeker. Allereest vertelde zij wie de oppositie is; met wie hebben we te maken? Het gaat om een globalisering van de anti-gender en anti-rechten beweging: een transnationaal netwerk. Deze bewegingen hebben de laatste jaren een professionalisering doorgemaakt, en ontwikkelen ook steeds meer hun eigen agenda. Bewegingen zoals deze bevatten onder andere de volgende actoren: 1) Religieuze groepen en instituten (e.g., de katholieke kerk); 2) stichtingen (e.g., Civitas Christiana met de Gezin in Gevaar campagne); 3) politieke partijen/politici (e.g., FvD; ‘anti-woke’ denken); 4) conservatieve overheden (e.g., Rusland, Oeganda, Polen, etc.); 5) rechtse denktanks en instituten (e.g., The Heritage Foundation). Deze actoren werken tegenwoordig niet meer geïsoleerd, maar komen ook samen tijdens congressen, en steunen elkaar. Zij worden ook financieel gesteund. Tussen 2009 en 2018 ging er zo’n 707.2 miljard dollar in anti-gender financiering om.
Margo vervolgde haar verhaal door te vertellen wat de agenda van deze actoren is. In essentie zijn deze actoren tegen de ‘gender-ideologie’, wat zij beschrijven als ‘het politieke project van feministen, LHBTQI+ activisten, en wetenschappers om hun waarden aan de rest van de wereld op te leggen’. Deze retoriek wordt inmiddels ook overgenomen door wereldleiders. Actoren binnen de oppositie dragen een aantal boodschappen uit: Zij claimen dat zij zich inzetten voor het ‘beschermen van familie, kinderen, leven, en vrouwen’ en dat zij ‘compassie tonen’ (voor mensen die in de war zouden zijn over gender). Echter, zij zijn tegen seksuele vorming, zelfbeschikkingsrecht, huwelijksgelijkheid, transgenderzorg, en gelijkheid in het algemeen. Om deze agenda te bewerkstelligen gebruiken zij de volgende tactieken: 1) Professionalisering: Actoren met deze agenda bevinden zich in ruimtes als de VN; gebruiken mensenrechtentaal (‘vrouwenrechten’); creëren alternatieve multilaterale afspraken buiten VN systemen om; en beïnvloeden beleid en wetgeving. 2) Transnationalisme en globalisering: Actoren wisselen onderling informatie uit en kopiëren van elkaar. Dezelfde campagnes en taal worden gebruikt in verschillende landen, let dus op onze buurlanden. 3) Het meenemen van de nieuwe generaties: Deze actoren geven veel workshops, trainingen, en hebben eigen onderwijsinstituten om hun ideologieën te verspreiden onder jongere generaties. Daarnaast gebruiken zij de volgende tactieken: Het overnemen van rechtenframing (e.g., ‘vrouwen hebben het recht zich veilig te voelen in openbare toiletten’ als tegenargument voor transrechten); beleidsbeïnvloeding; juridische actie; het mobiliseren van support en steun, en misschien voor de aanwezigen wel het belangrijkste, het verspreiden van misinformatie, en het onjuist interpreteren of misbruiken van onderzoek. Margo schetste met deze presentatie een duidelijk beeld van waar SEKSO-leden mee te maken kunnen hebben als het gaat om de oppositie in seksonderzoek. Wat hiermee vooral duidelijk werd: Denk na over hoe jouw onderzoek gebruikt of misbruikt kan worden, en let ook op welke ontwikkelingen plaatsvinden in onze buurlanden, omdat deze een voorbode kunnen zijn en de kans bestaat dat deze ontwikkelingen ook in ons eigen land zullen plaatsvinden.
Na deze verhelderende presentatie was er kort de tijd voor een aantal vragen vanuit het publiek. Allereerst werd de vraag gesteld of achter dit soort bewegingen ook een kapitalistisch verdienmodel zit. Margo antwoordde dat er niet per se duidelijk werd dat het systeem zelf een verdienmodel ís, maar dat deze bewegingen wel goed weten waar zij geld vandaan kunnen halen om hun acties te financieren. Als tweede, en laatste, werd de cruciale vraag gesteld: Wat doe je er dan uiteindelijk tegen? Zij hebben het geld, en de mensen, wat kunnen wij dan doen? Margo antwoordde dat dit een van de dingen was waar Rutgers en haar werkgroep zich expliciet mee bezig houden, en waar zij ook nog steeds over aan het sparren zijn. Er zijn tot nu toe meerdere antwoorden. Één daarvan is het volgende: Wees voorbereid, en blijf bij je eigen verhaal/boodschap. Blijf ook niet in je eigen taalbubbel; vraag jezelf af ‘Hoe maak ik mijn punt zodat het aankomt bij een breder publiek?’. Want, dat doet de oppositie ook. Alles bij elkaar was deze keynote een stimulerende start van de discussie, en een goede smaakmaker voor het tweede onderdeel, waarbij de aanwezigen in kleinere groepjes over een aantal dilemma’s gingen sparren.
Dilemma’s in seksonderzoek met betrekking tot
sociale veiligheid en oppositie
Tijdens het tweede onderdeel van het symposium deelden de aanwezigen zich op in vooraf gekozen focusgroepen. Elke groep discussieerde gedurende 60 minuten over een fase tijdens onderzoek waarin dilemma’s met betrekking tot sociale veiligheid en/of oppositie zouden kunnen voorkomen.
Sfeerimpressie
De sfeer in de focusgroepen was open en uitnodigend. Een uitwisseling van ervaringen stond centraal. Van tevoren was al aangehaald dat het doel van deze discussies niet was om elk probleem in zijn geheel op te lossen. Desalniettemin waren meerdere groepjes oplossingsgericht. Tijdens de discussies was sprake van veel (h)erkenning, collega’s vanuit overkoepelende disciplines (e.g., orthopedagogiek, psychologie, onderwijs, en zorg) zagen dezelfde soort problemen. Dit werd ook meermaals uitgesproken naar elkaar: e.g., ‘ik herken dit helemaal’ en ‘wat jullie vertelden vond ik bemoedigend’. In elk groepje was de overkoepelende structuur: Eerst een samenvatting van de problematiek opstellen, en eigen ervaringen uitwisselen, en daarna ‘wat kunnen we daar nu samen aan doen?’ en wat kan SEKSO doen? Sommige subgroepen kwamen daardoor tot een concreet plan met acties. Er werden verschillende methodes gebruikt om de informatie te verzamelen onder de deelnemers. Zo werden er in sommige groepen verschillende bladen van een flipover board gebruikt om ervaringen en oplossingen onder verschillende thema’s in te delen, en deze vervolgens te bundelen in een conclusie. Discussies werden in sommige groepen eerst in kleinere groepjes besproken alvorens deze plenair werden samengevat. In andere groepen gaf de moderator eerst een korte presentatie, en werd vervolgens een groepsgesprek de bron van informatie waaruit de moderator een rode draad spon. De rol van de moderators was in elke groep meer begeleidend dan sturend. In elke focusgroep werd gedurende de discussie een flipover bijgehouden met de belangrijkste uitkomsten van de sessie. Deze uitkomsten werden na een korte pauze in het programma door de moderatoren samengevat.
Conclusies
Het doel van de focusgroepen was om een uiteenzetting te maken van de concrete ervaringen van elke groep, wat er nodig is in de toekomst, wie hiervoor geactiveerd moeten worden, en wat de rol van SEKSO hierin kan zijn.
Start onderzoek
Aisa Burgwal (Amsterdam UMC), de moderator van deze groep, merkte op dat het een erg diverse groep betrof van startende en ervaren onderzoekers, op verschillende domeinen. Haar groep deelnemers had vanuit de discussie de volgende actiepunten en tips bedacht: 1) zet vanaf het begin een klankbordgroep op met niet alleen academici maar ook middenveld en maatschappij (i.e., de deelnemers aan onderzoek). Bevraag hen op welke aspecten er beter om kan worden gegaan met deze ‘gevoelige’ onderwerpen. Dit is een verantwoordelijkheid van de onderzoekers zelf. 2) Een voorstel voor SEKSO: bied een overzicht van experts aan. Welke mensen doen onderzoek op dit gebied? Hierdoor wordt het mogelijk elkaar te vinden en advies aan elkaar te verlenen. 3) SEKSO kan ook meer info geven over oppositie in de media; hoe begint dit, waar gaat het over? Het netwerk heeft dan een signalerende functie. 4) Schrijf een position paper: SEKSO kan een statement schrijven over seksualiteitsonderzoek. Deze statement bevat informatie over wat we nodig hebben en belangrijk vinden om ons onderzoek te kunnen doen, bijvoorbeeld dat financiers de mogelijkheid bieden om budget aan te vragen voor mediatraining, als je dit gezien het onderwerp van je onderzoek denkt nodig te hebben. Idealiter ondertekenen andere organisaties dit statement ook. Dit hoeft niet alleen binnen Nederland te blijven.
Ethische goedkeuring
Lotte Gerritsen (Universiteit Utrecht) benoemde allereest dat het een hele fijne sessie was. Zij hebben concreet nagedacht over wat ze met de problematiek bij het verkrijgen van ethische goedkeuring konden doen. Ook zij hadden hiervoor een aantal actiepunten bedacht. Allereerst; je kunt het gesprek aangaan met de ethische commissie. Wees ervan bewust dat je al advies kunt vragen over mogelijke ‘gevoelige’ kwesties wanneer je nog in de beginfase van het onderzoek zit. Bespreek met hen: Hoe kun je ervoor zorgen dat de commissie akkoord zal gaan? Hopelijk kunnen wij ervoor zorgen dat ethische commissies minder op onderbuikgevoel afkeuren. Verder kwamen de volgende concrete actiepunten uit de sessie: 1) Een survey houden onder SEKSO onderzoekers; waar loop je als onderzoeker tegenaan met ethische toestemming? Vervolgens kunnen de resultaten uit deze survey overgedragen worden aan overkoepelende ethische commissies. Lotte Gerritsen en Henny Bos willen hier wel het voortouw in nemen, ook om de overkoepelende ethische commissies beter te informeren over seksonderzoek; 2) De website van SEKSO: hier kan informatie uitgewisseld worden. Heeft iemand dit probleem al eerder ervaren, en hoe gingen zij hier toen mee om? De website als een kennisbank, met informatiebronnen over ethiek, en voorbeelden voor een goede formulering van informatie jegens de participant, en jegens de ethische commissie.
Presenteren van resultaten
Marion Wasserbauer (Radboud Universiteit) vertelde dat de sessie uit vier onderdelen bestond: ten eerste, eigen ervaringen van deelnemers met hoe de media met resultaten omging en hoe het eigen team omging met de (negatieve) reacties op onderzoeksresultaten. Daaruit kwam eigenlijk een gevoel van vrees naar voren. Ten tweede bespraken zij hoe je preventief kan kijken naar die vrees; hoe verminder je die vrees van tevoren? Wat kan je doen om zo goed mogelijk voorbereid te zijn? Als derde bespraken zij zogenaamde EHBO; hoe reageer je op negatieve reacties op je onderzoek, niet alleen in de media, maar ook tegenover je collega’s en je participanten? En als vierde bespraken zij mogelijke actiepunten voor SEKSO om bij voorgaande punten te helpen. Deze actiepunten waren: 1) SEKSO als ondersteunend netwerk (soms emotioneel; soms inhoudelijk), 2) Een media-training of workshop is handig. SEKSO zou dit kunnen organiseren. Zowel met de media- als de wetenschaps-community. Wij leren dan hoe wij resultaten het beste kunnen presenteren naar een groter publiek. Maar, dit is niet alleen de verantwoordelijkheid van SEKSO. Universiteiten, hogescholen en andere instellingen waar SEKSO-leden werken, moeten ook gestimuleerd worden dit te doen. Hierin kan SEKSO wellicht een call-for-action doen; en 3) Een draaiboek maken; hoe doen wij dit wanneer onderzoek afgerond wordt? Bijvoorbeeld, wie is waarvoor verantwoordelijk in de communicatie over onderzoek, en wat zeggen we wel of niet bij negatieve reacties?
Resultaten verdedigen
Jenneke van Ditzhuijzen (Universiteit Utrecht & Amsterdam UMC) gaf aan dat er veel besproken is en veel acties naar voren zijn gekomen. Hoe kwam iedereen weerstand tegen en hoe verdedig je jezelf? De weerstand kwam niet alleen naar boven bij reacties van nationale en internationale ‘oppositie’, maar ook bij informeel contact met bijvoorbeeld bezorgde ouders en collega’s. Gesproken werd over weerstand bij onderzoek naar transzorg, pornografie, seksuele vorming, onbedoelde zwangerschap en abortus. De weerstand zat op verschillende vlakken, en het is ook verschillend wat men aan support heeft binnen de organisatie. De behoefte om te kunnen sparren over de weerstand kwam naar voren; jezelf verhouden tot het onderwerp is een zoektocht. Soms is het zinvol om het debat niet in te stappen, en bijvoorbeeld heel bewust je gesprekspartners te kiezen. Op andere momenten is het juist wel belangrijk om aandacht te zoeken van media, al kan het dan zijn dat je als niet neutraal gezien wordt. Het scheppen van bondgenootschap in gezamenlijke acties was daarom een belangrijk doel. Een voorstel was een mentorgroep. Met een team kunnen anticiperen op verdediging. Belangrijk is in ieder geval om elkaar makkelijk te kunnen bereiken. Hoe dit precies opgezet kan worden is nog niet volledig uitgewerkt, maar inmiddels is wel initiatief genomen om met een klein groepje verder te praten over dit thema, om te kijken wat SEKSO hiermee kan doen. De moderator roept op: ‘Als je mee wilt denken, graag.’
Na de individuele conclusies komt er een vraag uit de zaal: Is er een samenwerking tussen SEKSO en bijvoorbeeld Seksueel Welzijn Nederland of de NVVS? Dezelfde verhalen worden gehoord binnen die organisaties. SEKSO heeft wel een andere functie dan deze twee organisaties, als netwerk van seksonderzoekers. Er zijn individuele connecties tussen alle organisaties, maar geen formele. Het is zeker goed om die individuele lijnen wel te gebruiken als we bijvoorbeeld een mission statement gaan maken.
Samenvatting dilemma’s in seksonderzoek
Hester Pastoor vatte samen dat vanmiddag duidelijk is geworden dat veel SEKSO leden tegen dezelfde dingen aanlopen. De groepen bespraken andere thema’s, maar er waren veel overeenkomsten. Het netwerk of platform van SEKSO blijkt erg belangrijk, daar is veel behoefte aan. Een plek om te kunnen sparren, en advies te kunnen vragen. Een plek met standaardformuleringen en protocollen. Elkaar helpen is belangrijk, met zowel emotionele als inhoudelijke steun. Een klankbord in de brede zin van het woord. Er is behoefte aan brieven en papers, en een statement vanuit SEKSO. Daar gaat nog denkwerk en kosten in zitten, dus wederom een oproep voor leden om daarin mee te denken.
Er kwam ook een verbindend thema naar voren bij alle partijen: Bescherming. Wij zijn allemaal hiermee bezig. Wij en de maatschappij. We willen onszelf en ons onderzoek beschermen. We willen de deelnemers aan onze onderzoeken beschermen. We willen elkaar als SEKSO (collega’s) beschermen. Dit is een positieve term. Maar, dat doet de oppositie ook. Die willen hun visie, kinderen, en waarden en normen beschermen. Soms doen zij dat ‘te veel’ en ervaren wij dat als ‘weerstand’. Sommigen suggereerden dat er mogelijk een rol voor SEKSO is hoe constructief in gesprek gegaan kan worden met sommige oppositie. Of die rol er is en hoe, zal de toekomst verder moeten uitwijzen.
Jonge onderzoekerspanel: Wat leer je van je onderzoeksdeelnemers?
De paneldiscussie werd geleid door Pascalle Heijligenberg, promovenda aan de Universiteit Maastricht.
Panelleden
Wieke Beumer, promovenda bij het Amsterdam UMC, over wat zij leert van mensen die onverwacht zwanger raken, die praten over hun ervaringen.
Javier Koole, onderzoeker bij Rutgers, over wat hij leert van jongeren die als onderzoekers betrokken zijn bij campagnes over gender en seksualiteit.
Irene Kelder, onderzoeker bij de Hogeschool Utrecht en Amsterdam UMC, over wat zij leert van zorgprofessionals en kankerpatiënten over het bespreken van seksualiteit.
Mirthe Verbeek, promovenda bij de Erasmus Universiteit Rotterdam, over wat zij leert van jongens op het vmbo/mbo en jongens met een lichte verstandelijke beperking over hun psychoseksuele gezondheid en seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Samenvatting Panelgesprek
Allereerst vroeg Pascalle aan de zaal: Wie zijn jouw onderzoeksdeelnemers? De antwoorden waren zeer gevarieerd; e.g., mensen met een vluchtelingenachtergrond, HIV-patienten, iedereen boven de 13 jaar.
Vervolgens werden de vragen richting de panelleden gesteld, beginnend met ‘wat is het meest opvallende wat je hebt geleerd van je onderzoeksdeelnemers?’ Meerdere voorbeelden kwamen naar voren vanuit de panelleden. Hoe belangrijk de rol van vertrouwen tussen participanten en onderzoekers is. En dat het van belang is na te denken over de machtsverhouding die hierin mee kan spelen, vooral met jongere deelnemers. Daarnaast werd aangehaald hoe belangrijk het is om de juiste vragen te stellen, en ook hoe je ze stelt aan je deelnemers. Begrijpen de deelnemers je vraagstelling? En zo niet, wat doe je dan? Bij verschillende groepen en leeftijden kan de interpretatie van een vraag erg verschillen. Mirthe besprak hoe haar doelgroep jongens op het VMBO/MBO of met een LVB ook met ‘Taal voor Allemaal’ aanpassingen soms termen of vragen niet begrepen, en zij daardoor moest bijsturen. Vanuit de zaal kwam de vraag hoe je dan voorkomt dat je je data beïnvloedt door dingen uit te leggen. Er werd uitgelegd dat ook de instructies geprotocolleerd waren, zodat dit zoveel mogelijk ondervangen werd. Er werd ook meteen een oplossing geboden voor dit probleem: Vragen ontwikkelen met je doelgroep, zodat je weet welke vragen je moet stellen en hoe.
Vervolgens kwam het gebruik van ervaringsdeskundigen aan bod. Een redelijk aantal van de aanwezigen maakt gebruik van ervaringsdeskundigen. Zo ook Javier. In zijn onderzoek bevragen jongeren hun leeftijdsgenoten over gendernormen. In dat geval zijn je deelnemers ook collega-onderzoekers. Je kunt veel leren als je hen inzet als experts. Zo interpreteren zij de onderzoeksresultaten soms op een andere manier dan de andere onderzoekers.
Pascalle haalt dan het thema van het SEKSO symposium aan: Dit SEKSO symposium gaat over oppositie, weerstand. Ervaar je ook wel eens weerstand vanuit je deelnemers? En wat leer je daarvan?
Wieke, die onderzoek doet naar onverwachte zwangerschappen zegt ‘Ja, zeker. Het is ook leerzaam om boze mailtjes te krijgen van deelnemers, want wat wekt het op? Door de mailreacties krijg je een goed beeld van de mensen die je onderzoekt, en wat er onder hen leeft.’ Zij noemt dit ook ‘Leerzame weerstand’. Irene vertelt dat zij weleens van hot naar her is gestuurd bij haar onderzoek naar het bespreken van seksualiteit door zorgprofessionals. Er is sprake van deelnemers die naar elkaar wijzen (‘die bespreekt dat wel’) en zelf de verantwoordelijkheid of tijd niet kunnen of willen nemen. Hier leert ze van hoe taboe dit onderwerp kan zijn onder zorgprofessionals.
Als het zo waardevol is om van je onderzoeksdeelnemers te leren, hoe doe je dat dan? Pascalle stelde de panelleden deze vraag. Javier zei dat het belangrijk is dat onderzoek minder eenrichtingsverkeer is, en meer collegialiteit; sta constant in verbinding met je deelnemers.
Als laatste vroeg Pascalle hoe de mensen die hier in de zaal zitten meer kunnen leren van hun onderzoeksdeelnemers. Hoe kunnen ze hiermee aan de slag? Vanuit het panel werd genoemd dat contact hebben het belangrijkste is; want waar heb je het over in je onderzoek, en hoe breng je dat goed over op je deelnemers? De deelnemers zijn hard nodig, en dat mogen ze ook voelen. Probeer jezelf zo toegankelijk mogelijk te maken. Verklein machtsverhoudingen en luister goed naar je deelnemers.
Algemene afsluiting
De middag werd afgesloten door Jenneke en Marianne, allereest met een oproep: We hebben veel uitgewisseld en veel nieuwe ideeën opgedaan vandaag. Maar wie kan wat oppakken? Bijvoorbeeld via de website die gemaakt wordt. Wie wil wat doen met al die plannen die we hebben gemaakt? Tegelijk moet hierbij gedacht worden aan de bescherming van iedereen. Wij van SEKSO moeten elkaar kunnen vinden, maar we hebben liever niet dat iedereen ons zo kan vinden. Hoe kunnen we een veilige uitwisseling op een website bewerkstelligen? Alle leden werden nogmaals opgeroepen om mee te denken over deze kwesties, en alles wat vandaag de revue is gepasseerd. Als laatste kwam Willemijn Lambert aan het woord. Zij liet de concepttekening zien die zij maakte van de bijeenkomst. Hierin heeft zij de belangrijkste thema’s weergegeven. Deze tekening werd het uitgangspunt om verder te denken. Al met al was het een dag van saamhorigheid, (h)erkenning, en goede ideeën, welke tot duidelijke vervolgstappen voor SEKSO hebben geleid. Wij zien jullie graag tegemoet bij het volgende symposium, in 2024.