Terugblik: 'Wetenschappelijke lust: het seksuele leven volgens de smaakmaker, de loodgieter en de leer van het overgeleverde gen'
Hoe kies je één artikel uit het archief van een tijdschrift dat bijna een halve eeuw bestaat en honderden publicaties bevat? Een tijdschrift dat naast de bevindingen van empirische studies ook congresverslagen, boekbesprekingen, filosofische beschouwingen, historische analyses en klinische casuïstiek publiceert. En, niet te vergeten, kritische reflecties over het vakgebied zelf. Hierbij kun je denken aan het mooie tweedelige artikel van Gijs en collega’s, gepubliceerd in het TvS in 1990 (jaargang 14, nummers 2 en 3), de beschouwing van Koos Slob in 2002 over ‘100 jaar seksuologie’ (jaargang 26, nummer 3) en de meer recente bespreking van Peter Leusink in 2016 (jaargang 40, nummer 3). En dan hebben we het niet eens gehad over de vele mooie en informatieve redactionelen en artikelen van onze (andere) hoofdredacteuren. En had ik de lezingen van winnaars van wetenschappelijke prijzen al genoemd? En inaugurale redes, bijvoorbeeld die van Ellen Laan (jaargang 42, nummer 2)?
Het random openen van TvS artikelen in het online archief, zoekend naar publicaties die er voor mij uitspringen, riep herinneringen op aan de bibliotheek van het Kinsey Instituut. Toen ik vele jaren geleden als net gepromoveerde onderzoeker aan dat instituut begon te werken gaf John Bancroft, de toenmalige directeur, mij sleutels die toegang gaven tot het hele gebouw, inclusief de bibliotheek. Ik denk nog regelmatig terug aan de vele uren die ik spendeerde aan het openen van kasten, laat op de avond of in het weekend, gevuld met erotische kunst, foto’s, films, schilderijen, beelden en objecten. Ik was echter het liefst en het vaakst in de bibliotheek. Ik ben dol op de geur van oude boeken. Ze roepen, vrijwel acuut, een combinatie van respect en nieuwsgierigheid in me op. Ik bracht soms een hele zaterdag of zondag in de bibliotheek door, sloeg willekeurig boeken open en liet me graag verrassen door hun inhoud. Dit random snuffelen gaf me een uniek perspectief op mijn vakgebied en ik heb er enorm veel van geleerd.
Niet iedereen heeft de sleutels van een bibliotheek, zeker niet van een bibliotheek gespecialiseerd in de seksuologie. En dat maakt – u voelt het misschien al komen – het archief van het Tijdschrift voor Seksologie nu juist zo bijzonder. Want als NVVS lid heeft u toegang tot alles wat er ooit in dit tijdschrift is gepubliceerd. En al reiken we u hier graag wat suggesties aan, ik zou zeggen, maak er eens een avondje voor vrij, met een kop thee of een glas wijn, en ga naar de website van het tijdschrift, open het archief, en open ‘at random’ wat artikelen. U heeft daar geen sleutels voor nodig. Niet eens een paswoord. Want het archief is gratis toegankelijk.
Als ik echter moet kiezen, dan kies ik een artikel van Walter Everaerd. Hij was mijn promotor, en ik sta hier dus niet neutraal in, maar hij was veel meer dan dat. Hij heeft zowat een hele generatie Nederlandse seksonderzoekers opgeleid en een enorm belangrijke bijdrage geleverd aan de internationale reputatie, die we nu als vanzelfsprekend lijken te beschouwen, van de Nederlandse seksuologie. Naast experimenteel en psychofysiologisch onderzoek leidde hij ook studies over, bijvoorbeeld, de effectiviteit van sekstherapie, en speelde hij een belangrijke rol in organisaties als de gezondheidsraad en het NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek). Hij was ook promotor, en dit is geen volledige lijst, van mensen zoals Jos Frenken, Daan van Beek, Luk Gijs, Jacques van Lankveld, Ellen Laan, Mark Spiering en Stephanie Both.
De hoofdreden, echter, waarom ik een artikel van Walter Everaerd heb gekozen is dat hij niet zoveel in zijn eentje schreef. Hij was nog van de generatie onderzoekers en professoren die niet zo makkelijk in het Engels schreef, en daarbij vond het hij absoluut prima om op een tweede of derde plek in de auteurslijst te staan. Het ging hem meer om ideeën en mooi uitgevoerde studies dan om publicaties en persoonlijke roem, en hij gaf graag voorrang aan het opbouwen van het CV en de carrières van de mensen die hij begeleidde. De paar artikelen die hij in zijn eentje schreef, en waarvan u er enkele in het TvS kunt vinden, geven een goed beeld van Walter’s kritische denken en creatieve geest, en zijn, in mijn ogen, absoluut de moeite van het lezen waard. Dit specifieke artikel (Wetenschappelijke lust: het seksuele leven volgens de smaakmaker, de loodgieter en de leer van het overgeleverde gen, jaargang 19, nummer 1) is gebaseerd op Walter’s lezing ter gelegenheid van het 25-jarige jubileum van de Rutgers Stichting en gepubliceerd in 1995, het jaar waarin ik voor het eerst de bibliotheek van het Kinsey Instituut betrad.
Erick Janssen